HIP-TIME MAGAZINE 46
Verlengde Dracht omstreeks 1900
Oh, oh ... dit wordt een moeilijke. Het zal bijzondere inspanningen vergen om hier nog wat zinnige dingen over te schrijven. Niettemin gaan we met behulp van andere fotobeelden en vroegere teksten toch de uitdaging aan. Eerst maar eens het globale beeld. De foto uit het Museum Willem van Haren is een sepiakleurige van het briefkaartformaat 14 bij 9 cm. Ditzelfde beeld is als ansichtkaart met daarop in witte letters “Verlengde Dracht” aangetroffen in de collectie Goldhoorn (nr. 175), van een kwalitatief goed gehalte. De fotograaf heeft zijn camera gericht naar het zuiden en kijkt dus in de richting van Oranjewoud. We kunnen er rustig van uitgaan dat het hartje zomer is; het gebladerte kan niet dichter zijn.
We gaan ons eerst eens bezig houden met de oostkant van de straat. Het ijzeren hek met de uitnodigende toegang en de daarin staande bomen behoren tot de tuin van het oorspronkelijke - bij het opmaken van het kadastrale minuutplan in 1832 - Hiddingabezit (kadastraal A-239 is het huis met huisnr. 163, en A-240 de tuin) als laatste boerderijachtige woning van de Dracht. Die tuin met vijvers liep practisch door tot waar nu de huidige Koornbeursweg is neergelegd.
Het is de fotograaf wel een beetje kwalijk te nemen, dat hij zijn ‘kiekkast’ niet iets meer naar het noorden heeft opgesteld, om net een stukje te kunnen zien van het drietal in 1872 door dr. W. Hessel gebouwde heerenhuizen. In de collectie Goldhoorn is een beeld van dat complex terug te vinden onder nr. 146. Mede door de anecdotisch-historische vondst bij de verbouw in 1953 van een plankje met opschrift van twee timmerlieden, gedateerd 14 augustus 1872, weten we het juiste bouwjaar van die huizen. Het plankje was aan beide zijden beschreven. Aan een kant stond te lezen: "Jan van der Schaaf, 14 Augustus 1872, werkende bij H. van der Meulen. Die dit weervindt is een nisafbreker". Aan de andere kant stond: "Leendert van der Schaar, oud 20 jaar 1872. Gewerkt bij Van der Meulen aan het huis van docter Hessels. Wij hebben vanmorgen een vikse slok gehat, het is Maandag en het is Knijpster kermis". (De vondst wordt beschreven door D.M. van der Woude in de Friese Koerier van 18 december 1953 onder de titel: “Aannemer vond plankje: Herinnering aan de Dracht een tachtig jaar geleden. Vinder is nisafbreker.”)
Op een ander fotofragment is goed te zien, dat de Verlengde Dracht ook regelmatig als Verlengde én verbrede Dracht wordt aangeduid. Op de kadastrale kaart van 1887 is die situatie ook duidelijk in beeld gebracht.
Het tweede belangrijke pand op de grote foto getuigt van het bestaan van de overbekende ‘De Koornbeurs’. Sake Bosma, afkomstig uit Oudeschoot, sticht dit voor de agrarische economie van Heerenveen en omgeving belangrijke pand in 1877. Een stukje voorgevel is juist waar te nemen precies voorbij de tweede bomenpartij en de daaronder staande haag. De woningen, die te zien zijn achter de links staande mannelijke persoon van onze foto 319 óf de wandelende dame op bladzijde 86 van het fotoboekje ‘Een wandeling door Oud-Heerenveen’, uitgave van de Stichting Oudheidkamer Heerenveen (1978) en achter de witte palen van de erfafscheiding en draaihekjes zijn in ieder geval voor een deel al gebouwd. In de huisnummering vanaf 1900 blijkt dat daar inmiddels vier huizen zijn gesticht, resp. 271a tot en met 271d. De bewoners, die in 1898 zijn ingetrokken, zijn Albert Bosma, timmerman; Jacob Overdiep, klerk bij de Posterijen; Lamina Gesina Wieten, wed. de Jong, zonder beroep; Aart Aartsma, journalist. Nummer 272 blijkt toe te behoren aan ‘De Koornbeurs’.
Recht tegenover de voorgevel van De Koornbeurs (wooningang) wordt door de Raad van Schoterland op 26 februari 1906 (zie N.v.Frl. 28-2-1906) een perceel bouwterrein aangekocht van wethouder Gerritsma. Aan de protestgroep van het Rode en Blauwe dorp wordt een straatuitgang beloofd over dat terrein. Dat zal de Van Riesenstraat worden. Maar in de planning zit niet veel schot. Pas in april 1907 laat de Hepkemakrant van de 24e weten, dat de akte voor de aanleg van de nieuwe weg van de Verlengde Dracht naar de Achterdracht (echt het staat er) de 22e is getekend. De verwachting is dat er spoedig met de aanleg van weg en brug (over de Molenwijk) zal worden begonnen. De krant van 17 juli van dat jaar (dus 3 maand later) meldt, dat het voorstel van B. en W. aan de Raad van Schoterland is voorgelegd. Ze spreken dan over de weg van de Rijksstraatweg, die aansluit aan de weg door het Blauwe Dorp. Dan plotseling is er het bericht in de Leeuwarder Courant van 4 december 1907 in de rubriek ‘Uit de Provincie’ over de raadsvergadering van Schoterland van de 2e december: “Werd besloten de nieuwe straat op de verlengde Dracht den naam te geven: van Riezenstraat”.
Op de westelijke zijde van de Verlengde Dracht is boven de schutting naast de gaslantaarn (of met een eigentijds woord: candelabre) een deel van een gevel te zien, maar de vorm is niet goed te duiden. Dat moet het huis zijn dat door timmerman Inne Brouwer is gebouwd en in 1900 onder nr. 300 door hem wordt bewoond. Die schutting scheidt de straat de Dracht van het voormalige terrein van de houtzaagmolen, waar houthandelaar Andries van Riesen de scepter heeft gezwaaid tot zijn overlijden op 16 maart 1902. Zoon Willem zal hem opvolgen als eigenaar.
In de aflevering van Ut ’e Lapekoer van de Friese Koerier van 9 april 1967 laat columnist D.M. van der Woude bij een artikel “Heerenveen van 45 jaar geleden. De Dracht in 1922 ‘n ordinaire lappendeken” een foto plaatsen van de Dracht omstreeks 1895 met de eerder genoemde Hesselhuizen én het straatbeeld van de tegenovergestelde kant. Dit beeld geeft de aanvullende informatie met name over de schutting om het houtzaagmolenterrein en meer noordelijk gelegen blok van twee woningen met de brievenbus aan de muur. Ook is daarop prominent aanwezig die prachtige gaslantaarnpaal. Vergelijking van deze foto in de krant met één van de opnamen uit de in 1885 verschenen “Souvenir aan Heerenveen, Oranjewoud en Beetsterzwaag-Olterterp” bij de uitgever A.L. Land te Heerenveen en de bevestiging daarvan in het Nieuw Advertentieblad van 11 juni 1885 én de Leeuwarder Courant van 15 en 17 juni 1885 doet ons watertanden. Een puntgave bevestiging van alle veronderstellingen met het onderschrift: ‘Heerenveen - De Dragt’.
Het woningblok van twee eenheden maakt oorspronkelijk deel uit van het houtzaagmolencomplex. Het zijn twee dienstwoningen voor personeel van Van Riesen. De bewoners zijn de houtsteksknecht Jan Kempes (in 1900 huisno. 295) en de kantoorbediende-boekhouder Albert Wijnstra (in 1900 huisnr. 296). Kempes wordt in het bevolkingsregister overigens houtzaagmolenaar (o) genoemd, waarbij (o) staat voor ondergeschikt. Hij wordt in mei 1907 opgevolgd door Hendrik Bloemberg in dezelfde functie. Niet voor lang want in oktober verdwijnt deze alweer. Albert Wijnstra blijft tot october 1903 om dan te verhuizen en zijn opvolgster in het pand is Foekjen de Ruiter, zonder beroep. Conclusie ten aanzien van de datering blijft dus: Verlengde Dracht c. 1900.
2013, februari 17 - wibbo westerdijk - hip-backup, met medewerking van Ys W. Sevensm