login     icon mail

logo werkgroep oud heerenveen 250

Schoterlandse Kruiskerk
Geschilderd door Durk Piebes Sjollema van 1825 tot 1835
Crackstate en RK kerk
In het centrum van Heerenveen. (Collectie: Museum Heerenveen)
Gezicht op Heerenveen
Geschilderd door Goffe Struiksma in 1951. (Collectie: Museum Heerenveen)

HIP-TIME MAGAZINE 101

Foto met talloze geheimen en vraagtekens

Als wij het viertal steekwoorden achter op deze foto uit het fotoarchief van het Museum Willem van Haren blindelings voor de enige echte waarheid aannemen, komen we althans voorlopig tot de conclusie dat alleen het archiefnummer 01869 en het woord ‘brug’ correct zijn. Met de twee andere ‘Heerenveen’ en de ‘Heerensloot’ begint het meteen al hier en daar te jeuken en te schuren. De in tweede instantie door een andere fotobeschrijver toegevoegde toelichting lijkt de bovenstaande informatie te ondersteunen wanneer we lezen: “Telefoto Stationsbrug richting Schans; links de Heerenwal en rechts de Fok, jaren ’50.” Met deze toevoegingen zou - oppervlakkig geoordeeld - het ‘unheimische’ gevoel van ‘klopt dat wel’ moeten wegebben. Maar verre van dat ! Allereerst is daar al de eerste missende schakel naar waarheidsvinding: wie is de professionele fotograaf, die deze zwart-wit telefoto op het formaat van 23.8 bij 17.7 cm schenkt aan oudheidkamer of museum ? Geen enkele hint naar een maker ! Mogen we of moeten we bij deze fotografische techniek veronderstellen dat de positie van de camera en de man die het bedient in dit speciale geval zich heeft bevonden op het Breedpad ? Is het niet zo, dat bij een telefoto de ogen worden bedrogen; de scherptedieptewerking een totaal andere wordt ? Wat in werkelijkheid verweg is, lijkt zich stukken dichterbij te bevinden. Kijken we nu eens naar de ‘feiten van dit beeld’ - rekening houdend met de verdichting van de objecten en aannemend dat rechts de wal van de Fok met bomenbegroeiing zich laat zien met daaronder de langs de wal groeiend rietkraag, dan mag de conclusie toch zijn: hartje zomer ! Het brughoofd van de Stationsbrug aan de Fokzijde, welke de visuele vernauwing voor de doorvaart accentueert lijkt mogelijk. Overigens versterkt de man in licht overhemd met opgerolde of korte mouw de indruk, dat het inderdaad zomers weer is. Vraag is nu nog wel: mogen we van de fragmentarische paal - die tussen de bomen staat en waarvan de weerschijn in het donkere deel van het water weerspiegelt - aannemen, dat het zo’n hoge lantaarnpaal is ? Zo eentje als er ook aan de Heerenwalkant van het bruggenhoofd wel gedetailleerd zichtbaar is ? Klopt de datering van dit soort materiaal dan wel met de jaren vijftig ? Voor het zichtbare vaste stuk hek aan de kant van de Heerenwal lijkt de detaillering volledig overeen te stemmen met een eerder in deze rubriek geplaatste foto van de ‘Stationsbrug naar Fok en Woltmanstraat 1975’ van de HIP-Time Magazine 92. De omhooggedraaide brug, die aan de Heerenwalzijde zijn draaipunt heeft (zoals de Stationsbrug uit de eerder genoemde foto ook vertoont) gunt ons een blik op een lange rij van zomers botenvertier: motorjachten. Het suggereert een gebeurtenis met een vorm van ‘vlootschouw’. Er lijkt eveneens sprake te zijn van tamelijk een beperkt aantal hoge masten, mogelijk van een of meer skûtsjes (?). In een poging wat meer greep op zo’n gebeurtenis te krijgen proberen we via www.delpher.nl  met de steekwoorden ‘vlootschouw’ en ‘parade’ berichten te genereren, die zoiets linken aan de plaatsnaam ‘Heerenveen’. Tot onze vreugde springt er een gebeurtenis, beschreven in de Leeuwarder Courant van 6 juni 1964, boven uit. Daarin wordt verhaald over de opening van de Jachthaven aan de Leeuwarderstraatweg van de Heerenveense watersportvereniging “Nannewijd”. Die zaterdag heeft het Heerenveenster skûtsje met de kampioenswimpel in top en het Heerenveens Muziekkorps aan boord de rij van gepavoiseerde schepen geopend, gadegeslagen door veel belangstellenden aan beide oevers van de Heerensloot. Wanneer we dat even tot ons door laten dringen, dan zou een optie voor de juistheid van deze foto zijn, dat de fotograaf achterop het skûtsje zijn telefoto heef geschoten van de op gepaste afstand varende botenfile. De grote aantallen belangstellenden vallen op dit deel van de zichtbare oevergedeelten overigens best mee. Bij én op de brug is daarvan het meeste te genieten. Van de beeldbepalende objecten moeten we melding maken om dichter bij onze eindconclusie te kunnen komen. Dat is het brugwachtershokje van - heel in de verte - de Schansterbrug. Deze is gebouwd aan de Fokzijde van de brug en lijkt op de foto samengesmolten met een motorboot en geeft daarmee de suggestie een stuurhut te zijn. Nauwelijks waarneembaar met een normale vergroting van het beeld zien we de brugopbouw van de ophaalbrug met de hameipoort en de balans. Links en rechts daarvan rijzen daarbovenuit hoge gevels. Die van het brugwachtershuis (met de gedenksteen in de oostelijke muur) uit 1888 toen de Provincie Friesland de brug hebben overgenomen van de Decama-Cuyck en Foeijtsveencompagnie en deze hebben vernieuwd. Rechts het dakprofiel van garage Vriesema (?) Het brugwachtershok van de Stationsbrug vertoont inderdaad dezelfde kenmerken als op andere foto’s van dat hokje. Donker in de verf - een sterke donkergroen lakverf waarschijnlijk - met een enigszins oplichtende dakplaat. Deze is in 1952 onderwerp geweest van een incident toen chauffeur Roelof van der Wal van de firma J. Jager aan de B.F.-weg er een keer met een ongelukkige manoeuvre tegenaan reed en de zaak ontzette. (G.A.Heerenveen, dossier 310-2)

Verder is een opvallend detail de achterzijde van een vrachtauto links van en boven het hokje zichtbaar met een gesloten achterkant, waarop niettemin gedeelten van tekst zijn waar te nemen. Wij zien ‘Grooth ..... (en veronderstellen: Grooth(andel)’ en daaronder ‘Heerenw.. (en vullen aan tot Heerenw(al)’. Het meest informatief zal de naam van het bedrijf zijn, waarvan een heel klein beetje bovenin is te zien. In dat geval gokken we op ‘Walma’ en doelen daarbij op de ‘groothandel in aardappelen’ van M. Walma, die de woning net voorbij het hoekhuis van de Stationsstraat met de 2e Heerenwal, dus het tweede pand: Heerenwal 74, bewoont. In de adresboeken van 1949, 1954 en 1960 staat hij daar namelijk als zodanig ingeschreven. Na heel veel foto’s te hebben bekeken - maar aanvankelijk natuurlijk de verkeerde exemplaren - wordt opnieuw een stukje twijfel weggenomen. Die eerste boom links op de foto vóór de brug met daarna minstens drie geparkeerde automobielen alvorens bij het hokje van de brugwachter te komen zorgt eerst voor opperste verwarring. Een zo’n rijk belommerde boom op die plaats op de Heerenwal ? Is dat zó geweest ? Inderdaad; het boekje over de Heerenwal ‘Bruggen en gekromde ruggen’ op bladzijde 93 levert ons daarvoor een overtuigend bewijs. Weliswaar staat de boom in het winterseizoen niet in het blad, maar het formaat is voldoende overtuigend. Nog twee andere prentbriefkaarten ondersteunen dat beeld in een eerdere periode. Ook voor de bomengroei verder op de tweede Heerenwal - zelfs al zijn het maar enkele op die resterende 1000 meter lijken door de telefoto praktisch naast elkaar te staan. Tenslotte is er nog een waardevol detail te zien vlak boven de meest links geparkeerde auto. Daar staat een persoon in een ietwat vreemde houding. Het lijkt erop, dat hij bezig is een wegafscheiding te verplaatsen. Wanneer we dat goed interpreteren is dat dus in de Stationsstraat.Bovenstaande details van een prentbriefkaart uit de collectie Goldhoorn (in bezit van de gemeente Heerenveen) en een prentbriefkaart van het museum met de bladerloze boom (in winterse outfit), dienen ter ondersteuning van de bewijsvoering voor de goede locatie. Bovendien geven ze allebei ook nog een verdwenen stukje straatmeubilair te zien uit de periode voordat het brugwachtershok dienst ging doen. Het is een zuil (zie kadertjes)  met ogenschijnlijk een ingebouwde klok en enkele reclame-uitingen: een service voor het reizende publiek ??? We hebben een dergelijk object wel eens gezien op enkele prentbriefkaarten van het Breedpad (1931), maar van de Heerenwal is ons dat nooit opgevallen. Tenslotte moeten we toegeven dat we op twee belangrijke punten, waartoe deze prachtige telefoto toe uitnodigt, beslist niet de kennis hebben om daarvoor een oplossing te bieden. Allereerst is dat de ontbrekende nautische kennis van de typen boten en jachten, die bij deze gebeurtenis de Heerensloot tot een bezienswaardigheid maken. Onze hoop is daarom gericht op lezers, die dat manco voor ons durven aan te pakken. Hetzelfde geldt ook voor de op de afbeelding voorkomende auto’s. Daarvan zouden merken en typen ons dichter kunnen brengen bij een betere datering. Mocht U zich uitgedaagd voelen om daar in de openbaarheid iets aan te willen bijdragen dan bent U van harte welkom een reactie te geven ! Afsluitend mag U constateren, dat onze oorspronkelijke scepsis over deze foto toch wel enigszins, maar nog niet volledig is bijgesteld. Dat de oorspronkelijke fotograaf ooit nog bekend mag worden ! Hij verdient tenslotte alle hulde.

Inhoudelijke aanvulling:

Met de reactie van Facebook-lezer Johan Lukkes zijn we verguld. Hij stelt, dat de eerste auto links op de foto een Opel Ascona is. Dat type is voor het eerst in 1970 op de markt gekomen. Lukkes wordt daarin gesteund door het Opel-item van Wikipedia, die ons laat weten dat op 28 oktober 1970 de Opel Ascona is gepresenteerd.

Een tweede inhoudelijke bijdrage levert werkgroeplid Jan Prins op de vraag “Waar stond de fotograaf?”. Hij doet een greep in de leerstof van het vak ‘goniometrie’ uit zijn HBS-tijd. Hij bepaalt met Google Maps de breedte van de Heerensloot bij de Stationsbrug (volksmond: Engelsma’s-brug) en de afstand tussen de gebouwen bij de Schansterbrug: beide ongeveer 10 meter. Ook bepaalt hij de afstand van de Stationsbrug tot de Schansterbrug: 670 meter, en de afstand Breedpad tot de Stationsbrug 413 meter. Door het gebruik van een bepaalde verhoudingsformule - die uw HIP-schrijver niet kan volgen - komt hij tot een positie van de camera tot de Stationsbrug van 123 meter. Daarbij stelt hij vast dat de camera zich bevindt in de as - dus het midden van de Heerensloot - ter hoogte van ongeveer Heerenwal no. 53. In werkelijkheid zou dat beter nr. 50 kunnen zijn: thans de praktijk voor podotherapie van M.E. Verheij.

Tenslotte: de gebeurtenis dient dus te worden gesitueerd ná 1970, waarmee het Jachthavenverhaal van 1964 kan worden verlaten. Een nieuwe optie zou dan kunnen zijn een relatie met de nieuwe jachthaven ‘De Welle’ aan het Heerenveense Kanaal, welke op 23 april 1979 feestelijk in gebruik wordt genomen. Bij het gure weer van die dag een zeer onwaarschijnlijke link met de prachtige vlootschouw op de telefoto. Blijft de vraag: welke gebeurtenis is vastgelegd ?

Eind 1972 wordt de superbrede en fonkelnieuw te bouwen ‘trambaanbrug’ aanbesteed.

2015, 8 februari - wibbo westerdijk - hip-backup

Onze sponsors: