HIP-TIME MAGAZINE 4
Wat ziet U op deze schitterende bijna pastorale foto van ‘ons’ Heerenveen ?
HIP-TIME MAGAZINE 7
Het gebied waar de gemeente Aengwirden zijn derde ‘Stratenplan’ wil realiseren biedt kort na 1934 nog een sterk
agrarische aanblik. Het eerste plan is in 1924 gerealiseerd en het tweede in 1928/29. De trambaan krijgt een betere baan buiten om het centrum van de plaats en voor de Schouwburg en de Rooms-katholieke kerk komt er bouwgrond.
Op deze prachtige skyline-foto vanuit het noorden van de gemeente Aengwirden ziet U het tracé van de trambaan gemarkeerd door witte palen met een onderling gelijke tussenafstand. De hoogtepunten van de horizonmarkering zijn er allemaal nog òf nog maar net: de watertoren, het torentje van het postkantoor (beide uit 1914), Crackstatetoren (1648), de kerktoren van de N.H. Kerk van Schoterland (1859) en de beide torens van R.K.-kerk (1934). Spijtig dat de wieken van molen Welgelegen buiten beeld zijn gebleven. Gelukkig compenseert de majestueuse bomenpartij rond Mariënbosch dit gemis.
Het karakteristieke monument van de dertiger jaren als kenmerkend exempel van baksteenarchitectuur - vormgegeven door Heerenveens architect C.J. Wierda - mag gerust dominant worden genoemd, maar wordt door kenners qua bouwstijl in evenwicht genoemd met de daarachter opdoemende R.K.-kerk. Iets meer naar links bedekt de constructie van de gevangenis-achtermuur de minstens zo opvallende dubbele tuitgevels met daar bovenuit het transparante koepeltorentje van Crackstate. Verrassend is het te zien dat de Krugerkade, de Kleine Kerkstraat en Lanenburg eigenlijk volledig aan het zicht zijn onttrokken door een muur van groen. Het eerstvolgende drie verdiep- ingen hoge gebouw moet - gezien de omvang - hebben toebehoord aan het Heerenlogement, hoek Dracht- Haringspad. Met het langgerekte witkleurige pand, zo op het oog een huizenrij bestaande uit meerdere woningen, hebben we enige moeite om deze te benoemen. Voor de sociale huurwoningen aan de Pastoriestraat, die de Bouwvereniging Aengwirden in 1920/21 bouwde, staan ze niet oostelijk genoeg. Kleine Kerkstraat, misschien ?
Wanneer we geloof hechten aan de berichtgeving in de krant dan moet in het landschap een aantal loodsen staan, die in 1933 zijn geplaatst ten behoeve van de Zuid Friesche Tuinbouwvereeniging. Staan ze er ?
Deze keer is de fotograaf - ongetwijfeld ook nu weer Philippus Weijer - nog laat in de middag op pad geweest, getuige de lange schaduwen van de koeienlijven, maar zichtbaar is ook dat de noordelijke wand van schouwburg en gevangenis nog flink belicht worden. Net als de noord-westelijke gevels van de Katholieke kerk en de Watertoren.
Weijer is - gezien de loop van de sloten of wijken op de voorgrond - ver in de richting gegaan van het voormalige arm-en ziekenhuis. Mogen we aannemen, dat het hier ook weer gaat om de koeien van leden van de familie Bouwer, veehouders op de Paul Krugerkade nr. 16. Jacob Sytzes Bouwer (1872) en zijn zoon Auke - genoemd naar grootvader Ybema uit Ferwoude - bevolken in ieder geval beide het Adresboek 1934 op dit adres.
2012, april 26 - wibbo westerdijk - hip-backup
HIP-TIME MAGAZINE 4
Wat ziet U op deze schitterende bijna pastorale foto van ‘ons’ Heerenveen ?
HIP-TIME Magazine 27
Waarom is deze foto zo speciaal ? Allereerst omdat het zich natuurlijk bevindt in het Museum Willem van Haren. In het fotoarchief onder nr. 265. Bovendien is het gemaakt met een telelens met als voordeel dat je objecten ogenschijnlijk dichter bij je netvlies brengt, maar met als nadeel dat de noodzakelijke dieptewerking bij dat proces wel eens wat in de verdrukking komt. Wel weer speciaal is het dat een van de “Drie Gebroeders”, dus één van de Muntflats in de Greiden net aan de andere kant van de spoorlijn dit uitzicht mogelijk maakt. De straat de Munt is aangelegd in 1970 en dat houdt in dat deze foto een relatief jonge foto is. De fotograaf is helaas niet vermeld bij het documenteren. Je mag dan aannemen dat het niet bekend is gemaakt. Het zal voor de datering een ‘leuke’ klus’ zijn om de bouwvergunningen voor de verschillende dakkapellen van de Badweg op te zoeken en dan de foto nader te dateren. Wie voelt zich geroepen ??? (zie aanvulling onder deze tekst)
Natuurlijk zijn enkele typisch Heerenveense skyline-objecten zeer goed te plaatsen zonder uit te hoeven leggen, waar ze precies zich op de foto bevinden. De Rooms-Katholieke kerk met de twee torens, waarvan de klok de tijd aangeeft (12.10 uur of 14.00 uur) en Crackstate zijn de bekendste, maar ook goed herkenbaar is het Posthuis-complex.
De kijkrichting is dus duidelijk naar het noorden.
De huidige bewoners van het straatje op de voorgrond zullen geen enkele moeite hebben met het plaatsen van dit beeld. Het is het middendeel van de Badweg - van rechts naar links de huisnummers 65/63, 61, 59/57 en dan terugspringend van de rooilijn: nrs. 55, 53, 51, 49, 47, 45, enz. We zullen nu niet zover gaan, dat we de klinkerstraat Badweg weer gaan uitgraven om de situatie van omstreeks 1913 terug te krijgen en het slechts mogelijk is geweest over een brugje in het Breedpad het molenterrein te betreden of langs het voetpad langs de oostkant via de ‘Skeane brêge’ bij de Inktpot op het zuidelijker terrein te komen. Gelukkig hebben we nog een tastbaar restant van wat ooit tot de Badweghaven gerekend mag worden. Het deel naar de Veenscheiding - ook wel houthaven genoemd - is gedempt vóór 1933, want de nieuwere huizen aan de westkant van de straat zijn van 1934 en later.
Het huis links met de langgerekte dakkapel aan weerskanten van de schoorsteen met twee pijpjes staat op een plattegrondkaart van 1968 aangegeven met het huisnummer 32. Het staat aan de westkant van de Badweg net voor het pad dat naar de nieuwbouw van Bouwlust aan de spoorsloot gaat. In 1938 staan daarvoor in het adresboek de volgende bewoners ingeschreven: A. Weda, huisschilder; J.I. Weda, huisschilder, en mej. Th. A. Weda, onderwijzeres. In 1934 kent het adresboek dit huisnummer nog niet. De Weda’s wonen dan nog op numero 69. Als bouwjaar voor nr. 32 wordt door de woningkaart 1937 aangegeven. Albertus Weda overlijdt op 29 november 1939, maar zijn weduwe blijft er nog tot 1958 wonen, vermoedelijk mede door het onderdak geven van kostgangers. Dan komt volgende bewoner Jacobus Hamstra, die in 1975 ruimte maakt voor Dirk Bollema.
De oneven huisnummers aan de oostkant van de Badweg zijn van oudere datum. Badweg 39, 41 en 43 zijn gebouwd bij bouwvergunning van 30 mei 1904 gebouwd door timmerman Kerst Harmens Fokkema, als ‘werkmanswoningen’ op het terrein waar eerder de ijskelder van de heer Taconis op ‘Bouwlust’ heeft gestaan. De eerste huurders van dit drietal ‘werkmanswoningen’ zijn geweest: Tooi, Krul en Vrind. Vanaf huisnummer 45 tot en met 59 zijn allen gesticht in het kadastrale dienstjaar 1900. In veel van deze huizen heeft ook Fokkema de hand gehad. Koopman en ‘huisjesmelker’ Pieter Adams Korf is steeds als investeerder te vinden op plaatsen, waar flink gebouwd kan worden. Op de Badweg koopt hij van Van der Sluis een stuk weiland, splitst dat in 1901 en levert een viertal huisjes met erf af, praktisch tegenover de houtzaagmolen van Siebenga. De huisjes staan twee aan twee met de rug tegenelkaar. Gelijk na de oplevering gaan ze in de verkoop. Ook nu is het Kerst Harms Fokkema die eigenaar wordt. Deze vier hebben de nummers 63 (W), 65 (O), 67 (W), 69 (O).
Eigenlijk ligt de belangrijkste impuls voor het ontstaan van de huizen aan de oostkant van de Badweg bij een initiatief van de Coöperatieve Werkliedenvereniging “Werklieden Bouwlust”. Deze coöperatie wordt opgericht op 8 april 1879 als bouwvereniging. Zij komt in 1882 in het bezit van een stuk weiland van 72.68 are, die koopman Johannes van der Sluis wil verkopen en waar ze een terrein voor een complex van 10 woningen aanleggen. Per stuk moeten die ca. 1000 gulden gaan kosten. Op 16 januari 1883 sluiten Lucas Bunt, Pieter van der Wind en Rinze Comello, als voorzitter, secretaris en penningmeester van de Coöperatieve Vereniging een obligatie met hypotheek voor fl.8500,- af bij Mr. Hans Willem de Blocq van Scheltinga te Oranjewoud. Notaris J.W. Sluiter mag de acte passeren.
Met een systeem van ‘huurkoop’ kunnen de leden van de coöperatie eigenaar worden. De percelen met de huisnummers 11 tot en met 33 zijn de percelen waar het om gaat. Goed geteld zijn dat er geen tien, maar twaalf. De volledige bouwstroom onder één dak heeft heel lang de naam van de coöperatie in een contrasterende kleur dakpannen gekenmerkt. Vanuit de trein heeft dat een bijzonder beeld opgeleverd:
W E R K L I E D E N B O U W L U S T . Op luchtfoto nr. 46239 van KLM Aerocarta in ‘Oud Heerenveen vanuit de lucht’ zijn daarvan nog delen van letters te zien. Wel een flinke vergroting gebruiken, want door de uitbreidingen met dakkapellen is dat moois grotendeels verloren gegaan. En dan spreken we nog maar over het jaar 1956 !
Het complete bouwplan heeft landelijke bekendheid gekregen. Eerst in 1890 in ‘Beoordelend Overzicht van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen: “De Arbeiderswoningen in Nederland”, Amsterdam, Dec. 1890, pag. 61-63’. En in “Friesland en de Woningwet 1902-1912”, door Th. van Welderen baron Rengers en J.H. Faber, 1913, Heerenveen (blz. 55).
Tenslotte zien we nu op deze vogelvluchtfoto het essentiële verschil tussen de sterk gepersonaliseerde woningen van de Badweg, die onder invloed van ‘eigen bezit’ een geheel eigen ontwikkeling hebben doorgemaakt. Daar tegenover staat de uniforme doorzonwoningen van de Commandeurstraat, die aangelegd zijn door de Bouwvereniging en waar weinig speelruimte voor de bewoners is toegestaan om serres aan te bouwen of dakkapellen te construeren. De straat wordt aangelegd in 1955/1956 en de huizenblokken verschijnen uiteraard in de jaren daarna.
2012, september 15 - wibbo westerdijk - hip-backup
REACTIE
op de onzekerheid over datering komt op 11 maart 2013 van oud-bewoner van de Badweg: Klaas de Jong.
Hij is er van overtuigd, dat de foto van ná 1975 moet zijn. Hij voert als bewijs aan dat de woning op Badweg 43 met platte dak (achter nr. 32) geen schoorsteen meer heeft. Hij heeft zelf tot juni 1975 met zijn ouders in woning 43 gewoond en toen stond de schoorsteen aan de zuidelijke zijkant achter het schuine dak. Zeg maar: van voor naar achter de woning aankijkend in het midden aan de rechterkant.
Zijn vader Roel de Jong heeft in 1975 het huis verkocht aan Sjoerd van der Wijk, die met de renovatie de schoorsteen heeft verwijderd. Als tweede argument attendeert Klaas de Jong op het niet meer aanwezig zijn van antennes op de daken omdat begin jaren 80 de kabeltelevisie in Heerenveen is ingevoerd. (De officiële ingebruikname van Centrale Antenne Dienst was op 31 oktober 1980.) Het antennepark is toen behoorlijk van de daken verdwenen. Rond 1986 woonde hij zelf op Badweg 18 en toen is de Badweg herstraat. De afrondende conclusie van Klaas de Jong is dus dat de foto van omstreeks 1986 moet zijn. Wij delen die logica met hem en bedanken hem voor zijn bijdrage aan deze rubriek.
Noot: Met een rode pijl is de plek gemarkeerd waar de schoorsteen heeft gestaan.
2013, maart 14 -wibo westerdijk-hip-backup
HIP-time 28
Heerenveen, panorama 1956
Aan de ‘Watertoren’ (1914-1980) hebben we deze vogelvluchtfoto of panorama-foto te danken. Jaco (of Jacco) Bleeker heeft in 1956 zijn relaties kunnen overtuigen van de noodzaak de toren te mogen beklimmen. Die exercitie blijkt verre van eenvoudig, gezien de vormgeving van de toren met slechts naar vier zijden een minuscule uitbouw. De ruimte geeft slechts beperkte mogelijkheden voor een ideale camerapositie. Stelt u zich eens voor dat u hoogtevrees heeft en claustrofobisch op enge ruimte reageert en dat allemaal op circa 30 meter boven de begane grond.
Het uitgekraagde bordes met borstwering aan de noordzijde is het meest geschikt om dit noordwestelijke deel van Heerenveen in de lens te vangen. Het dichtst bij de camera zien we rechts het spitse torentje van het postkantoor (1914-1974) en links de daken van de bebouwing van het Haringspad 2 (kapper Bijker) en 4 (opticien de Boer) en Dracht 1 (hotelhouder B.L. Vernimmen). Dan de Lindegrachtzijde met - mogen we zeggen prominent - de winkel van P. Palma, die overigens zijn huisnummer aan de Vleesmarkt 2 heeft. Palma’s startproducten worden beschreven in het adresboek van 1934: fruit, comestibles, chocolaterie en visch. Rond 1956 wordt hij opgevolgd door goud-en zilversmid -uurwerkmaker Th. Draaisma, die eerder verderop aan de Lindegracht zijn zaak heeft gehad. Onder hetzelfde dak het kappersbedrijf van J.W. van Aken (Lindegracht no. 1). De bomenrij aan de Lindegracht ontnemen ons het zicht op de gevels, maar we weten dat in 1954 op no. 3 de Noord Friesche Middenstandsbank nog kantoor houdt terwijl de bovenwoning nr. 5 op dat ogenblik niet wordt bewoond. Het damesmodecentrum van de N.V. Van der Kam zit er inmiddels ook al weer een halve eeuw. Wanneer we gaan spreken over Lindegracht 7 dan zijn begrippen als ‘mensenheugenis’ en ‘decennialang’ niet meer toereikend om de duur van het eigendomsrecht door de familie Overdiep te schetsen. In 1809 is het Jelte Sijbes, die in 1811 de naam Overdiep vastlegt als familienaam en zijn koopmanschap bevestigt met een ‘huizinge op ‘t best van ‘t Heerenveen’. Schuin achter dat pand ziet u op de foto het blokvormige vier verdiepingen hoge pakhuis staan, welke - weliswaar in eenvoudiger vorm - is gesticht door Gerben Jetzes Brouwer, maar rond 1853 al wordt aangekocht door ene Gerrit Overdiep. Diens zoon bouwt ‘bij’ en diens kleinzoon ‘herbouwt’ rond 1900. Tegenwoordig is er gevestigd “Toko Sharma. Oriental food and nonfood articles” met het adres Oude Kerkstraat 10 en 12. Juist achter het postkantoortorentje is nog een groot deel waar te nemen van Lindegracht 9, waar ten tijde van de foto-opname Willem Klazes en Klaas Johannes van der Glas hun muziekinstrumentenhandel exploiteren. Thans is het één van de vestigingen van Kamsma Schoenen.
Aan de noordkant van de Oude Kerkstraat - half verscholen achter het hoge pakhuis van Overdiep - is nog prima te zien het bezit van de familie Joost de Vries. Het wordt door twee gezinnen bewoond; op nr. 15 zijn dat de wed. E. de Vries-Holtrop en het echtpaar Tjitze de Vries. Op nr. 17 huist oud-pianolerares Jacomina Joustra, die er op 13 mei 1955 is gekomen en er uiteindelijk veertien jaar blijft wonen. Juffrouw ‘Koosje’ is zelfs op oudere leeftijd nog een slank, hip dametje, die haar eveneens ongehuwde zuster Anna (bekend geworden als schilderes) opzoekt in het armhuis Nieuw-Friesburg. Jacomina overlijdt op 31 oktober 1975 op 82 jarige leeftijd. Haar bezit heeft ze vermaakt aan de dierenbescherming. Ze is altijd gek geweest op dieren.
Recht tegenover Crackstate, dat op dit beeld prachtig zijn voorname architectuur prijsgeeft, staat op de hoek van de Krugerkade met de Oude Koemarkt het café-restaurant Paul Kruger. Na de periode Lammert Faber en generaties Lubach is eind september 1952 Arend J. Nauta als restaurateur en caféhouder het gastheerschap gaan uitoefenen. In 1970 neemt Henny Huver de honneurs waar en tegenwoordig is horecatycoon Frans Koning de exploitant. Aan de Koemarktkant is het een dwarsgevel en langs de Krugerkade ziet u de blokvormige achterbouw van de grote bovenzaal. Inmiddels is daar ook al weer bouwkundig het een en ander gebeurd.
Achter Crackstate het gebouw dat menigeen in-en na de oorlogsjaren 1940-45 koude rillingen heeft bezorgd: de gevangenis, met als associatie aan de bezetters: ‘oord van verschrikking’.
Het bouwkundige uiterlijk van deze penitentiaire inrichting oogt als een efficiënt onderkomen, vergeleken bij de inpandige ruimten binnen de muren van Crackstate bestemd voor het insluiten van strafklanten. Die situatie heeft bestaan uit 7 strafcellen, die eigenlijk altijd overbevolkt blijken. Een ziekencel ontbreekt. In een uitgaande brief van het College van Regenten van november 1884 wordt de ziekte van de destijdse cipier Abraham Reinier (1884-1886)geweten aan het gebrek aan ventilatiemogelijkheden. De plannen die worden gemaakt vinden hun afronding op 4 april 1891 als het herbouwde Huis van Bewaring zijn bewoners welkom kan heten. De Commissarissen hebben op 19 maart d.a.v. een bezichtiging gekregen van de door gasverlichting geoutilleerde inrichting. Zij blijken zeer tevreden. Wanneer Heerenveen in 1923 de Arrondissementsrechtbank door het Rijk wordt ontnomen, vervalt ook de gevangenisfunctie. De cipiers en bewaarders vertrekken of gaan naar een nieuwe functie. In de loop der jaren ontstaan alternatieve bestemmingen, o.a. verhuur van celruimten aan meubelmaker, boekbinder, sljödcursus, fanfarecorps, zweefclub, etc. Er is in 1931 zelfs een ontwerpplan gemaakt om te dienen als marechausseekazerne, toen de kazerne aan de Fok moest worden verlaten. Het plan is evenwel vervangen door volledige nieuwbouw aan de Verlengde Dracht. Na de oorlogsperiode is in 1950 het Huis van Bewaring geschikt gemaakt voor gebruik door brandweer, Brandraad, politie, reinigingsdienst, Bescherming Bevolking, Rode Kruis, padvinderij, jeugdverenigingen, Goede Tempelieren, etc. In 1976 werd de gevangenis achter Crackstate gesloopt ten behoeve van het uit te breiden ‘stadskantoor’.
Niet volledig, maar voldoende in beeld komt ook de westkant van de Vleesmarkt met een deel van de kenmerkende gevel van de bakkerij, welke in die jaren kadastraal is geregistreerd op naam van de Coöp. Verbruiksvereniging Excelsior U.A. te Leeuwarden. Als bewoner van het pand staat in de adresboek 1954: P. Kuipers, broodbakker. Ten noorden daarvan het ‘kleine’ winkeltje van S. van der Werf op Vleesmarkt 3, naast de bijna dubbel zo hoge en juist in 1955 gemoderniseerde ‘Witte Bioscoop’, welke voortaan ‘Filmtheater de Witte’ zal worden genoemd. Door nieuwe vrijetijdsbestedingen was het bezoek tot de helft teruggelopen, doch de nieuwe exploitant uit Hoorn de heer Johan van Tellingen probeert met een snack-en barbedrijf beneden en films boven met de helft van de stoelencapaciteit het tij te keren. Maar dan zijn we al in het jaar 1969. Tussen Filmtheater ‘De Witte’ en de Openbare Leeszaal 'Frieslands Zuid-Oosthoek' staat het pand van expediteur J. de Vries, die rond 1937 hier komt wonen en pas na 1960 vertrekt.
Een-en-twintigste eeuwse ontwikkelingen lijken nog slechts opties te bieden voor een horeca-getto; de grenslijn tussen Schoterland en Aengwirden kan zich zomaar manifesteren als meetinstrument voor het bepalen van de mate van dronkenschap. Tenminste als deze vrij blijft van de immer oprukkende terrasstoelen en winterserre’s.
Tussen de contouren van de Rooms Katholieke kerk en Crackstate krijgen we nog een tweetal goed in beeld komende panden aan de Crackstraat. Thans no. 21 Cafetaria ‘t Hoekske, in 1938 de banketbakkerij en automatiek van Tijs Cannegieter, en no. 23 de Slotenexpert, in 1938 het bedrijf van S. Hoeksma, installateur. Ongetwijfeld plaatste deze in de Leeuwarder Courant van 7 november 1957 de advertentie met de bakkersinventaris, w.o. een elektrische oven met platen. Hoeksma staat immers nog in het adresboek van 1960 als bewoner, terwijl Cannegieter in 1960 al was opgevolgd door P. Pleijte als exploitant van het cafetaria.
Op de hoek van de Van Maasdijkstraat en de K.R. Poststraat staat sinds 1934 de door architect C.J. Wierda ontworpen Spaar-en Voorschotbank voor Heerenveen en omstreken, die in latere jaren slechts Bondsspaarbank wordt genoemd. De bankenfusies maken dat in 2012 een schitterende, goed bereikbare kantoorlocatie als Funda-object te huur is gezet. De schuintegenoverliggende hoek van de voormalige bank wordt op deze foto nog gedomineerd door het massale blokvormige gebouw van de Schouwburg, die langzaam bezig is te verdwijnen uit het collectieve geheugen van de Heerenveners. De eerste steen, in 1934 ingemetseld door Luut Goldhoorn en in 1991 met enig nostalgisch vertoon ook weer door hem uit de afbraak gered, heeft nu in het stadskantoor een plaatsje gevonden. De laatste zin willen we wijden aan de onveranderlijke en monumentale Tjepkemamolen, die in 1956 en ook nu nog steeds kans ziet de naar het noorden gerichte blik te vangen.
Deze zwart-witte overzichtsfoto is onder nr.1573 in het formaat 18 x 24cm, maar ook onder nr. 343 in het formaat 9 x 14 terug te vinden in het foto-archief van het Museum Willem van Haren te Heerenveen.
2012, september 23 - wibbo westerdijk - hip-backup
HIP-TIME MAGZINE 30
Heerenveen, panorama omstreeks 1935
Vergelijken we deze vogelvluchtfoto nr. 255 met de eerder gepubliceerde MWvH.-fotonr. 243 dan valt op dat deze is genomen vanuit een lagere camerapositie of de conclusie moet zijn, dat de fotograaf voor de voorgaande foto 243 een hogere positie heeft kunnen innemen. Eén van de beide watertorenspitsraampjes, misschien ?
Onmiddellijk zien we dat de camera meer naar beneden is gericht en dus zelfs details laat zien, waar je als niet ‘vriend des huizes’ getuige van hebt kunnen zijn. Zo is links in de hoek de achterkant van het eerste pand na het hotel Groen te zien, wat de indruk maakt van talloze bijgebouwtjes. Dat is ten tijde van de foto - volgens de gegevens op de achterkant 1940 met een vraagteken (?) - J. de Ruiter, die althans in 1939 nog zijn sigaren verkocht op Dracht nr. 3 en daarnaast de schoenenwinkelier Hendrik Steenwijk op nr. 5. De Heerenveense Courant van 29 april 1910 reikt ons het begin aan van een nieuwe onderneming: de maatschoenmakerij van Hendrikus Steenwijk, die in 1929 op dit adres zijn bedrijf begon. Omdat het maken van maatschoenen te weinig werk oplevert, gaat zijn vrouw ook schoenen verkopen. Later neem zoon Reinardus de schoenwinkel over en verhuist naar een pand verderop in de straat. Dat het inderdaad om Hotel Groen gaat, blijkt op de originele foto bij een vergroting met een loupe. Duidelijk is dan te lezen tussen de ramen van verdieping één en begane grond: ‘Hotel Groen’ met daaronder ‘Lunchroom’. De term Lunchroom komt ook nog een keer voor op het raam daaronder. Langs de witte muur van Hotel Groen komt nog juist een deel van de gevel in beeld van “De Heerenveensche Melksalon” en - hoewel onleesbaar - ook een deel van de naamtekst.
Ook een detail waar je als niet-werknemers van de PTT zelden mee zal zijn geconfronteerd, zijn de - naar we aannemen - garageboxen achter het toegangshek naar het binnenterrein van de post. Uit de linkse box komt juist een met PTT-pet getooide employé naar buiten. Van het postkantoortorentje is aanzienlijk meer te zien dan enkel de spits, met name een achttal langwerpige raamvormige openingen met tussenzuiltjes. Achter het torentje zien we nog juist een gedeelte van het afgeknotte schilddak met schoorstenen, naar Peters-ontwerp.
Het lagere camerastandpunt verschaft ons meteen ook een duidelijker blik op Lindegracht 3-5 (Noord Friesche Middenstandsbank met bovenwoning), Lindegracht 7 (op de gevel: (ijzerhandel) ‘Overdiep’), Lindegracht 9(muziekinstrumentenhandel van der Glas; op de ramen weerszijden de entree: Piano’s // Orgels) en Lindegracht 11 (deels). Laatstgenoemd pand heeft in de loop der tijden bewoners gehad, die ook elders in de Heerenveense gemeenschap hun partijtje hebben meegeblazen. In 1832 wordt Jacob Luiten de Boer, koopman/veenbaas, niet alleen aangemerkt als eigenaar maar ook als bewoner. Hij overlijdt op 17 maart 1841 op 71 jarige leeftijd, is weduwnaar en zijn erven verkopen het huis. Notaris Gauke Peeting kwijt zich van zijn taak als openbaar ambtenaar en legt als eerste van twee-en-twintig kavels de verkoop vast in een minuutakte van het huis te Heerenveen, sectie A, nr. 27 aan Frederika Willemina Semler. Zij betaalt er fl.2001,-. voor en gaat er zelf wonen onder huisnummer 24 (in ieder geval tot 1850) en waarschijnlijk tot haar overlijden op 1 maart 1864. Zij is dan 79 jaar en ongehuwd. De 16e van diezelfde maand wordt door notaris Arjen Binnerts al de inventaris van haar nalatenschap opgemaakt. De inhoud daarvan kennen we niet, maar we nemen aan dat daarin wordt genoemd de naam van Anna Deketh, echtgenote van Meinardus Siderius de Wal, secretaris van Leeuwarden. Notaris Binnerts maakt namelijk op de 16e maart een acte van ‘voorlopige toewijzing’ op en de 30e een acte van ‘eindelijke toewijzing’ op verzoek van Anna Deketh en haar echtgenoot voor een huis c.a. aan de Lindegracht sectie A., nr. 27 aan Joseph Rose, koopman, die het koopt voor fl.2800,-. Waarom Anna Deketh en/of Meinardus Siderius de Wal de bevoorrechten zijn, hebben we nog niet helder kunnen krijgen. Dat er al sprake is van een oude relatie tussen de families Semler en Deketh blijkt uit een verkoopacte van 1833, die wordt gepasseerd door notaris Gauke Peeting. Daarin worden de beide families in een adem genoemd bij een verkoop van onroerende goederen in gemeenschappelijk bezit.
Ook in 1828 blijkt van die verbondenheid al uit een acte van Sieds Pieters van Goinga. Frederika Willemina Semler c.s. (dus namens meerdere personen) wordt dan genoemd als verkopende partij van een pakhuis ‘voorzien van een spatieusen kelder en twee uitmuntende zolders’ gelegen aan de Wijde steeg (nu: Munnikssteeg). Bij die andere personen (c.s.) staan vermeld Catharina, Tetje, Anna en Jeannette Harmina Deketh , ‘allen erfgenamen van de nalatenschap van Frederik Semler’. Anna woont dan in Wolvega. Het blijkt dat de verwantschap is uit te leggen als volgt: Anna Deketh is een dochter van Jan Deketh en Imke Witteveen (1764-1807) en een tantezegger van Kersjen Semler-Witteveen, o.a. de moeder van Frederika Willemina Semler, haar nicht.
Koopman Rose, die zelf in Nijehaske woont, houdt het pand tot 1881 in zijn bezit. Kennelijk brengt hij het in de verhuur, want volgens het bevolkingsregister woont er van 12 mei 1872 tot 12 mei 1875 de kapper Johannes de Vries, terwijl daarvoor de weduwe Hazina van de Moer-Kootstra, geb. 1809, en de wed. Margaretha Christina de Boer-van der Moer, geb. 1832, er hun ‘renteniersche’ dagen slijten. Klaas Kerstes Zwart, zoon van Kerst Wilts Zwart, korenmolenaarsknecht, en Grietje Sanders Kolk, geb. 10 november 1838, wordt op 12 mei 1875 in dit pand bierhuishouder, samen met zijn vrouw Aafje du Pied. De volgende advertentie in het Nieuw Advertentieblad van 22 mei 1875 getuigt daarvan: "Geopend 'Die Port van Cleve', Lindegracht t.o. de Boterwaag. Bierhuis in verbinding met Restauratie, levering likeuren. K. Zwart Kzn." In het boekje ‘Heerenveen van omstreeks 1875 en later’ van Aart Aartsma staat een gedetailleerd beschreven verhaal over een grap, die wordt uitgehaald in ‘Die Port van Cleve’ met de gymnastiekleraar Johannes van den Berg (de eerste van de R.H.B.S. aan de Fok). Deze staat bekend om zijn ongebreidelde eetlust en hem wordt - na een soort weddenschap na grootspraak - een haas ter consumptie aangeboden, vergezeld van flink wat glazen bier. Het lukt hem om het volledig weg te werken. De ontknoping volgt met de mededeling: ‘Je hebt een dikke kater opgevr.......’. Zijn onderkoelde reactie is goud waard door de woorden: ‘Wilt u mij nu excuseren, want ik moet naar huis - ik moet .... eten!”
In december 1880 biedt notaris J.W. Sluiter voor de heer J. Rose te koop aan: ...Een burgerhuis met erf en grond, waarin een koffiehuis wordt gehouden, genaamd "Die Port van Cleve" aan de Lindegracht, in gebruik bij K. Zwart. Uit de acte van 7 januari 1881 blijkt dat koper is geworden Otte Luites de Boer voor fl.3212,-. Zwart en zijn vrouw vertrekken naar Nijehaske op mei 1881.
Door een scheiding van goederen in de familie de Boer wordt rond 1891 Barend de Boer de eigenaar. Hij verkoopt het vervolgens via notaris M.A.J. Verkouteren op 15 december 1908 aan Izaäk Heyman Leefsma, die fl.3000,- betaald en voor fl.10.000,- een hypotheek van 4 procent bij de Boer afsluit. Leefsma sticht er door herbouw een grote kledingzaak. Vrijdag 8 maart 1918 verhuist Wouter Willem van der Kam naar dit pand aan de Lindegracht. Bij gelegenheid van het 125 jarig jubileum van Van der Kam in 1990 heeft drs. D.M. Bunskoeke het boekje geschreven “Het Kleed is noodig in der Tijdt”. Hij ontleent die titel aan de eerste zin van een rijm bij een oude prent van het kleermakersambacht, uitgegeven in 1694 door de gebroeders Luiken te Amsterdam.
Nu ook nog even aandacht voor de linkerkant van deze foto en dan met name voor de oostgevel van het schip van de Ned. Hervormde Kerk en de daarboven uitspitsende in 1859 aangebouwde toren met flankerend bomengroen.
De kwaliteit van deze foto wordt nog eens benadrukt wanneer we onze ogen langs de hoogste contouren van de horizon laten glijden en ons realiseren, dat zelfs prima het torentje van de Ned. Herv. kerk aan de Fok valt te onderscheiden en de niet te missen schoorsteen van de oliefabriek van Woltman. En ... dat brengt ons meteen tot dé ontdekking van déze foto .... het kan niet gedateerd zijn in 1940, want ..... op 9 juni 1938 wordt die schoorsteen van Woltman onttakeld volgens Van der Schaar’s Advertentieblad. (Zie HIP-Time MAGAZINE 18) Dus ... de foto is van vóór die datum !!!
2012, oktober 7 - wibbo westerdijk - hip-backup
HIP-TIME MAGAZINE 47
Heerenwalster basculebrug omstreeks 1939
Als U de moeite wilt nemen deze foto 0277 uit de collectie van het Museum Willem van Haren te vergelijken met nr. 0170, die op deze website als titel “Breedpad, Heerenwalsterbrug, Posthuis omstreeks 1910” heeft gekregen, ziet U toch aanmerkelijke verschillen. De meest revolutionaire verandering is de vervanging van de romantische (want scheef als oeververbinding gelegen) ‘klapbrug’ door de strakke en zakelijke basculebrug, die weliswaar zo is aangebracht dat het nog een tiental graden afwijkt van de middenas van het wegdek van de Heerenwal. Terwijl het bij het oude bruggetje in de orde van grootte van 45 graden is geweest. De nieuwe brug is in zoverre zeer modern, dat ze nu ‘ophaalbrug’ wordt genoemd met een geavanceerd electrisch mechanisme. Aan de Breedpadzijde is een tandraderensysteem, gekoppeld aan een contragewichtenstelsel, alles verdekt ingebouwd in een betonnen kelder. De beveiliging is opgeschroefd naar een slagboomconstructie aan de Breedpadzijde. De hekwerken (bovenbouw) zijn gemaakt in de smederij van de firma Groothoff aan de Schansterkant van dezelfde Heerenwal. Aan de Heerenwalzijde van de nieuwe brug is de beveiliging dan toevertrouwd aan de draaibare hekwerken, die handmatig door de brugwachter gesloten moeten worden.
Tijdens de bouw van de brug begin 1935 wordt aan de kant van de Veenscheiding op het Breedpad ter vervanging van de houten werkplaats van de brugwachter een nieuw brugwachtershok geplaatst. Die plaats blijkt strategisch minder geschikt. De brugwachter moet zowel de schepen in de Veenscheiding als die in de Heerensloot kunnen zien aankomen. Met een volledig nieuw gemetseld hok met uitzicht op beide aanvoerroutes - geplaatst aan de oostkant van de brug op het Breedpad - wordt dat doel wel bereikt.
D.M. van der Woude, journalist bij het Nieuwsblad van Friesland, verwoordt het algemene gevoel van de Heerenveners en plaatst in de krant van zaterdag 5 juli 1935 t.g.v. de opening door burgemeester Falkena terzijde gestaan door de meisjes Geertje en Corrie Comello, o.a. een strofe met de volgende rijmdichtregels:
...Maar nu is het leed geleden, Er ligt daar een nieuwe brug, ...
...En we wenschen ‘t “Schilderijtje”, - ‘t Oude brugje - nooit terug! ...
Die nieuwe brug heeft een breedte tussen de leuningen van 4.50 meter en een doorvaartwijdte van 7 meter. Een aanzienlijke verbetering. De Heerenwal heeft nu een échte brugverbinding met het Breedpad, ook geschikt voor vierwielig motorisch verkeer.
Brugwachter-schoenmaker Gjalt Keimpema is met pensioen, maar hij mag wel op Heerenwal 1 blijven wonen. Dat ‘lytse húske’ staat spijtig genoeg niet op deze foto, maar op Hip-Time 29 heeft U daar al kennis mee gemaakt. Na Keimpema’s vertrek naar Franeker in april 1950 en die van zijn huishoudster Wemke Prakken op 13 oktober 1951 naar Oudehorne wordt het huisje afgebroken. Als brugfunctionaris pacht de 54 jarige A.J. Elsinga, oud-varensgezel, de inning van de bruggelden van de nieuwe brug met ingang van 5 juli 1935 voor de periode tot 1 januari 1938. Hij krijgt daarvoor o.a. een instructie van 11 artikelen (dossier 315.1 van het secretarie-archief). Het te heffen tarief voor een doorvaart mag 10 cent bedragen.
De veranderingen in het aanzien van het eerste huis van de Heerenwal zijn door de vergelijkingsmogelijkheden minder spectaculair, maar het meest opvallende is, dat de boom (leilinde) is verdwenen. De reden zal zijn geweest, dat bij het verleggen van de route over de Veenscheiding de boom als een hinderlijk obstakel wordt ervaren. Duidelijk is wel dat de op oudere foto’s aanwezige houten hokken ten zuiden van het pand en aan de wal van de Veenscheiding ook zijn verwijderd. Nu is het zicht op de witte muur onbelemmerd en er lijkt een kastje te hangen met reddingsmateriaal of is het een ordinaire reclame-uiting?
De voorgevel van het pand, waar in c. 1936 het huisnummer 2 aan kleeft, wordt dan nog wel bewoond door de wed. J. Post-de Groot en haar inwonende zoon W. Post, die net als zijn vader het kleermakersambacht uitoefent. Tegelijk is dat het adres van de groentekoopman Joh. J. van der Laan, die in Van der Schaar's Advertentieblad van 16 mei 1935 meldt: "Opening vrijdag 17 mei van de nieuw ingerichte zaak in groenten, fruit, aardappelen en visch op Heerenwal A 2"
Spijtig is het dat door het plaatsen van een grote etalage met deur de gevel architectonisch in onbalans of in disharmonie is geraakt en de verhoudingen ernstig zijn verstoord. Ook het pand met nr. 3 heeft een dergelijke ingreep ondergaan met iets minder desastreuse effecten. De noodzaak daarvoor moet zijn gelegen in de economische sfeer, die “De Goedkoope Winkel” heeft doen ontstaan. We constateren een brede gevelbalk met grote aansprekende letters. Heeft de daar wonende en werkende houtbewerker B. Huisman daarin de hand gehad ? Een verkoopboekje van notaris J.W. Schippers laat weten op woensdag 10 november 1937 in het Hotel Groen een provisionele veiling te organiseren voor de familie S.H. van de Laan (veehandelaar en oud-bewoner) van een woon-en winkelhuis, met daarachter een grote schuur met stalling op een perceel van 3 are 78 centiare. Beneden zijn een winkel, tussenkamer, achterkamer, gang, kelder en keuken; boven twee kamers en een zolder. Gezien de verdere ontwikkelingen op dit adres moeten we aannemen, dat Berend Huisman de koper van dit perceel is geworden.
Het grote pand van de vroegere ‘Sociëteit De Eensgezindheid’ is op deze foto weer in gebruik als kantoor van de Raad van Arbeid na een tijd op de Verlengde Dracht (Burg. Falkenaweg 6, later afgebroken voor de doorbraak van de Koornbeursweg) te hebben gezeten en waar inmiddels vanaf 24 december 1934 als ambtenaar Gabe van der Zwaag zijn werkzaamheden verricht. Op 2 december 1940 verhuist hij. De gevel is nog in dezelfde staat als op de foto uit 1910, omdat meelhandel IJme Kuiper nog geen zeggenschap heeft over het uiterlijk van het pand. Die verwerft hij pas in 1940. Hij vraagt op 30 oktober - en krijgt practisch per omgaande - vergunning voor de verbouw van het pand tot pakhuis voor meel en verandering tot woning. De nieuwe voorgeveltekening wordt door bouwmeester R. van der Wijk van de Parallelweg grondig gewijzigd (Bouwvergunning 123-40). Minstens zo ingrijpend is datgene wat er achter het pand gebeurd. Een gigantische ‘platte doos’ van ca. 18 bij 17 meter maakt de eertijds grote tuin tot een ‘tuintje’. Er blijkt voor het hele plan fl.8170,- mee gemoeid.
Zowel IJme als vader Berend Jan zetten er zich ook te wonen en wel op 1 maart 1941. Vanaf die tijd tot 2010 heeft de pui de kwalificatie ‘monumentaal pand’ niet kunnen waarmaken. De grote ‘garagedeur’ heeft misschien rijkdom gebracht aan de meelhandel, maar culturele ‘armoede’ aan de Heerenwal. Gelukkig is dat nu weer rechtgezet door aannemer Siebenga in opdracht van de nieuwe eigenaar. Chapeau !
Ondanks heel veel vergrotingsopties zijn we er niet in geslaagd de tekst te lezen op het zwarte bord met witte letters aan de gevel van het pand van de Raad van Arbeid. Ja, onze nieuwsgierigheid gaat ver, zelfs zo ver dat we ons afvragen wie die sportieve pedaleuse is, die weet dat de brug door haar alleen gebruikt kan worden en door haar weghelftkeuze laat merken van de voorsorteerregel weet te hebben. Ze wil het Breedpad opdraaien !
2013, maart 3 - wibbo westerdijk - hip-backup