HIP-TIME MAGAZINE 53
Francijntje de Boersingel 1966
Deze opname - in het fotoarchief van het Museum Willem van Haren 01490 - is gedateerd op het jaartal 1960. Dat kan niet kloppen, want als we de luchtfotomap “Oud Heerenveen vanuit de lucht” erbij pakken en opname nr. 62861 van Aerocarta uit 1963 bekijken is er vanaf het Kempenaersplein tot aan de Van Dapperenstraat alléén nog maar sprake van het tracé van de straat evenwijdig aan de Kempenaerssingel.
Met de totstandkoming van de weg door de tunnel naar de Greiden en de bouw van de Kempenaerstate aan de zuidkant daarvan wordt het voor de verkeersveiligheid wijs geacht de Kempenaerssingel nog slechts voor wandelaars en fietsers een aansluiting te geven op de Koornbeursweg. Autoverkeer dient de kleine rotonde te kiezen vanuit de Sieger van der Laanstraat. Aan de andere kant van de voormalige Kempenaerswijk wordt volgens het Straatnamenboek - te beginnen bij de Van Dapperenstraat tot aan het Kempenaersplein - in 1958 aangelegd de ‘Francijntje de Boersingel’.
Het formaat van deze foto is 12 bij 18 cm. Aan de begroeiing is te zien dat er sprake is van ‘jong groen’ aan de oever van de voormalige Kempenaerswijk. Opdrachtgever voor de bouw van deze 32 galerijwoningen is de Bouwvereniging Heerenveen, die daarvoor het bureau van architect Romke de Vries inschakelt. Daarmee is al enige ervaring opgedaan voor een eerder project van deze architect op een terrein tussen de Kempenaerssingel en de spoorbaan uit 1955.
Opnieuw vinden we in de gegevens een enorme tegenstrijdigheid, wanneer we op het gemeentearchief naar de Bouwvergunning van dit project van de Woningbouwvereniging “Heerenveen” vragen. Uit het dossiernummer 148-63 (staat voor dossier 148 uit 1963) lezen we dat er sprake is van de bouw van 47 woningen op het kadastrale perceel A-4098 (deels). Deze worden gerealiseerd aan de Van Dapperenstraat 1 tot en met 7; aan de Surinamesingel 7 tot en met 23 en aan de Fr. de Boersingel 1 tot en met 20. Als gemachtigde wordt genoemd Architectenbureau Groenewoud en Sipma en de vergunning is gedateerd op 29 april 1963. Dat zou kunnen worden opgevat als ‘handelende voor de eerder genoemde Romke de Vries’, hoewel die relatie in dit dossier helemaal niet wordt genoemd. Kennelijk is er toch wat bijzonders met het project aan de hand, want op 19 juli 1963 schrijft de Directeur Gemeentewerken aan B. en W. van Heerenveen dat het onderhavige bouwplan in strijd is met het ‘vigerende plan van uitbreiding’ in onderdelen - gedeelte ten zuiden van de Kempenaerswijk op basis van de woningwet art. 6 lid 2 sub a - geweigerd zou moeten worden. Maar ....er is een herzieningsvoorstel in voorbereiding, die al ter inzage heeft gelegen. Die is inmiddels bij Raadsbesluit van 22 april 1963 vastgesteld. Het wachten is nu op goedkeuring van Ged. Staten. Directeur Gemeentewerken zou het niet onverstandig vinden om een verzoek in te dienen bij G.S. op grond van art. 20 van de wederopbouwwet om vergunning te krijgen. Omdat de gemeente van alle omliggende percelen ook eigenaar is zal een verklaring van geen bezwaar niet nodig zijn. Het bouwplan voldoet aan de ontwerp-bebouwingsvoorschriften. In de marge staat nog, dat op 31 juli vanuit de provincie wordt meegedeeld dat op 6 of 13 juli het plan wordt behandeld in G.S. met een goede prognose voor goedkeuring. Op de uiteindelijke bouwtekening van het ontwerp staat een datumstempel van B. en W. van 9 september 1963.
Bij het raadplegen van de woningkaarten van de verschillende huisnummers van de Francijntje de Boersingel komen we vervolgens tot de ontdekking, dat de bouw toch wel erg lang heeft geduurd. De eerste bewoners trekken er in februari 1965 in en de laatsten krijgen de sleutel pas in mei 1965. Dit heeft tot gevolg dat pas in het Adresboek van 1966 voor het eerst de namen van de bewoners zijn te vinden. Er zijn daarvoor 20 huisnummers uitgereikt overeenkomstig de planning. Een steekproefje van 7 beroepsbeoefenaren geeft ongeveer aan tot welke welstandsklasse de bewoners mogen worden gerekend: administrateur, kantoorbediende, vertegenwoordiger, chauffeur, kantoorbediende, automonteur, gasfitter.
De raad besluit op 17 maart 1958 twee zeer bekend geworden Heerenveense vrouwen te eren met een straatnaam. Dat was niet eerder gebeurd, met uitzondering van de leden van de Koninklijke familie. Naast de filantropische Caroline Anna Agatha Albertina Baronesse de Vos van Steenwijk, grondlegster en beheerster van Heerenveens eerste particuliere ziekenhuisje aan de Verlengde Dracht, wordt ook Francijntje de Boer, de huishoudster van de heer Siebe Tuymelaar en opvoedster van diens kinderen, met de twee in elkaars verlengde liggende straatgedeelten aan de westkant van de Kempenaerssingel, eer bewezen. De laatstgenoemde niet zozeer om haar huishoudelijke vaardigheden, maar omdat zij bekendheid heeft gekregen door haar poëtische pennevruchten. Deze hebben landelijke bekendheid gekregen door hun eenvoudige, braaf en sentimenteel-religieuse strekking. Zij is dan ook bekend geworden als ‘dienstmaagd-dichteres’.
‘Fransina’ is geboren in Harlingen op 18 oktober 1784 als dochter van Martin de Boer, muziekmeester en schrijver van ‘s Lands Werf, en Catharina Rebecca Kramer. Als 15 jarige verlaat zij de ouderlijke woning en wordt dienstbode. In één van de doopacten staat dat vader ‘voorzanger‘ is in de grote vermaning. Alle dopen van haar broers en zusters zijn geregistreerd in het DTBL no. 344 van de Evangelisch Lutherse gemeente van Harlingen. Helaas overlijden er een aantal kinderen op jonge leeftijd. Na de dood van haar moeder (1807) en haar vader (1810) wordt het gezin ontbonden en krijgt Francijntje een betrekking bij de de heer Wybo Tuinhout, secretaris in Baarderadeel. Trouw is één van haar kenmerken, want als Tuinhout in Sneek een andere functie krijgt, gaat Francijntje mee. Hoe lang ze bij Tuinhout in dienst is geweest, is niet bekend. We weten alleen dat deze in 1819 is overleden te Workum, waar hij het laatst als vrederechter heeft gediend. Vermoedelijk heeft haar carrière een andere wending genomen, tot zij in 1828 de huishouding van Siebe Tuymelaar in Heerenveen gaat bestieren. Diens echtgenote Berber Hendriks Taconis is in Nijehaske overleden op 28 september 1827. Zij wonen dan op Heerenwal no. 1, het eerste huis na het Herenwalsterbrugje. Siebe’s kinderen zijn allemaal nog in de lagere schoolleeftijd of zelfs nog jonger: Hendrik 9, Antje 8, Jeltje 6, Cornelis 3 en Popkje nog maar een half jaar.
Wanneer de familie in 1837 naar het ‘Grote Huys’ aan het Breedpad verhuist, zijn de kinderen tien jaar ouder en merendeels opgevoed door Francijntje. Zij gaat overigens als spil van de familie mee en heeft tevens besloten zich over te laten schrijven naar de Doopsgezinde Gemeente Heerenveen (DTBL 610). Haar attestatie is afkomstig van Leeuwarden, d.d. 25 september 1837. Ook nu blijft haar trouw de leidraad in haar leven. Zij zit aan het sterfbed van Siebe Tuymelaar op 5 mei 1848 in het ‘Groote Huys’, behoudt haar kamer als diens zoon Cornelis Tjepko er gaat wonen en blaast haar laatste adem uit in dit huis met nummer 267 op 7 maart 1852. Haar eenvoud wordt nog eens benadrukt met de tekstkeuze op een klein marmeren grafsteentje op de nieuwe centrumbegraafplaats van Heerenveen met alleen haar naam: ‘Francijntje de Boer’. Dat steentje wordt sinds de ruiming in 1973 gekoesterd in het Museum Willem van Haren.
Tenslotte nog weer even terug naar de foto van haar singel, die dus pas op z’n vroegst kan zijn gemaakt in 1966.
In de verte steekt de ontwiekte en van de kap ontdane romp van Siebenga’s molen juist boven de bebouwing uit. Met de daar omheen staande panden hebben we aanzienlijk meer moeite om ze correct te duiden. Jammer genoeg laten de luchtopnamen ons daarbij grandioos in de steek.
2013, april 14 - wibbo westerdijk - hip-backup