login     icon mail

logo werkgroep oud heerenveen 250

Crackstate en RK kerk
In het centrum van Heerenveen. (Collectie: Museum Heerenveen)
Gezicht op Heerenveen
Geschilderd door Goffe Struiksma in 1951. (Collectie: Museum Heerenveen)
Schoterlandse Kruiskerk
Geschilderd door Durk Piebes Sjollema van 1825 tot 1835

HIP-TIME MAGAZINE 132 

hip 132 1 Boerderij Breedpad 1908

Boerderij aan de Propstrasingel (1749-1832)

Het is even geleden, dat deze dorpse foto is gemaakt ! U zult het nauwelijks willen geloven, dat dit een beeld uit Heerenveen betreft. Het Museum Heerenveen is de gelukkige eigenaar van dit beeld van een boerderijtje, gesitueerd achter de bebouwing aan het Breedpad en wel achter de latere nummers 11, 13 en 15. De toren van de voormalige Ned. Hervormde Kruiskerk steekt waakzaam zijn spits boven de bebouwing uit. Het lijkt ‘maandag-wasdag’ te zijn en de dag is gevorderd tot in ieder geval het begin van de middag. De zon krijgt de kans zijn droogfunctie uit te leven op de uitgespreide was op de ‘bleek’. En we moeten ons al erg vergissen als we rechts voor de gevel niet een ‘droegrak’ zien staan. Ook bent U ooggetuige van de eerste meters van de Propstrasingel, die zich westelijk tussen huisnummer 15 en nr. 17 (Van Gend en Loos) perst om zijn ‘pad’ verder langs het lattenhek van de bleek te vervolgen richting het zuiden tot de dwarsgracht. 

De data van deze foto willen we U niet onthouden. De foto is afkomstig uit de familie ‘van den Berg’ en is gemaakt omstreeks 1908. Inmiddels is eigenaar geworden een telg van de Taconis-familie - Johannes Hendrikus Taconis - die is getrouwd met Geertje Alberts Propstra. Zij is door een scheiding van goederen in het bezit gekomen en waarschijnlijk hebben de Taconismannen het schuurgedeelte bestemd voor opslag van goederen voor hun tabaksfabriek aan de Munnikssteeg. Daarom zal meesterknecht Johannes Lambertus van den Berg de eer te beurt zijn gevallen het huis te mogen bewonen. In mei 1910 zal hij zijn 50 jarig dienstverband vieren bij de tabakskerverij van Taconis en wordt voor de 61 jarige jubilaris een feest gepland bij Hotel Jager. (NvFrl. 20-5-1910)

De foto van het pand is nog niet eens zolang in het bezit van het museum, getuige het hoge fotoarchiefnummer 14.296.

Voorgeschiedenis van het perceel A-387.

Verder draait het in deze aflevering van onze HIP-Time om de oervorm van dat centraal gelegen perceel op het fragment van de kadastrale minuutkaart uit 1832 van de kadastrale gemeente Heerenveen, sectie A, nummer 387. Steeds nemen we een periode, waarvan we hebben uitgezocht welke personen (persoon, echtpaar, gezin of familie) het boerderijtje met de schuur in huur hebben gehad en er hebben gewoond. Daarbij proberen we vanaf 1832 langzamerhand terug te zoeken naar het ontstaan van het perceel.

hip 132 2 fragment 1832

De wisseling van het eigendom speelt bovendien ook steeds mee en daarvan willen we U ook op de hoogte brengen. Na de overtuigende boerderijfunctie (veehouderij) heeft het ongetwijfeld ook andere bestemmingen gekend. Wat is niet steeds (helemaal) duidelijk.

1828-1832 Roelof Hendriks van Rheen en Martje Alberts Propstra

In 1832 is het ‘huis met schuur’ met huisnummer 264 weliswaar eigendom van de weduwe Albert Hendriks Propstra met een grootte van 10.20 are en een gebouwde waarde van 45 gulden, maar het wordt bewoond door dochter Martje Alberts Propstra en schoonzoon Roelof Hendriks van Rheen, afkomstig uit Alkmaar en net als zijn vader ‘schipper’. Van welk type boot weten we niet, wel dat hij in 1832 huurder wordt van “De Twee Gebroeders” van 95 ton ‘met reil en treil’ (dus: met alles wat erbij hoort) voor 8 jaar tegen een huurprijs van fl.240,- per jaar. De verhuurders zijn Bartle Pieters Cats en de weduwe van Syger Pieters Cats, scheepstimmerlieden op de Heerenwal op de scheepswerf “De Morgenstond” ter hoogte van de latere Stationsweg.

Roelof en Martje zijn op dat ogenblik resp. 37 en 36 jaar en gebruiken het huis samen met hun vier kinderen: Hendrik van 13 jaar, Trientje van 11 jaar, Jan van 5 jaar en de benjamin Albert van 1 maand oud. De drie oudste kinderen zijn geboren in Nieuwehaske, maar de jongste in dit huis op 15 december 1829. De volkstelling van 1830 heeft hem nog mogen registreren, maar al op 4 januari 1830 overlijdt hij. Overigens is dat het echtpaar Van Rheen-Propstra al eerder overkomen, want kort nadat ze er zijn gaan wonen overlijdt er op 18 juni 1828 hun 15 dagen oude dochtertje Albertje. Haar tweelingzusje Maaike gaat bovendien vier weken na haar geboorte op 4 juli 1828 dezelfde trieste weg. Zelfs buurman J.C. Mann, genees-en heelmeester, heeft dit niet kunnen voorkomen en verzorgt traditiegetrouw samen met de vader de aangifte bij het gemeentebestuur.

1822-1828 Jacobus Suardus Posthuma

De familie die daarvoor in dit perceel heeft gewoond is geweest Jacobus Suardus Posthuma. Hij is getrouwd met Sjoerdje Reitzes Bijlsma. Als zijn beroep wordt afwisselend koopman en winkelier genoemd. Gebruikelijk in die tijd is geweest, dat in de acte van overlijden tevens het nummer van het huis wordt opgenomen. Dochter Suarda Jacoba, die 5 december 1814 is geboren, overlijdt namelijk op 8 juli 1816 op huisnr. 60 in Heerenveen-Aengwirden.  Vader Jacobus Suardus Posthuma zelf overlijdt op 23 oktober 1826 op 46 jarige leeftijd als ‘aanspreker’ wel in huisno. 264 aan het Breedpad. Ook schoonvader - de 86 jarige Reitze Geerts Bijlsma overlijdt een maand later op 26 november 1826 in dit huis (SCO 4170) Spijtig voor onze zoektocht is, dat de familie in de personele omslag geen aanslagen wordt opgelegd en dus in die lijsten niet voorkomen. Of ze na het vertrek van de voorgaande bewoners er direct zijn komen wonen, mag je eigenlijk wel verwachten.

1805-1822 Bonne Oepkes van der Schoot

Van die vorige bewoners Bonne Oepkes van der Schoot (geb. 1775) en Eile Oepkes van der Schoot (geb. 1784) weten we, dat zowel Bonne als Eile tot en met 1822 op dit adres no. 264 voorkomt in de lijsten van de personele omslag. Van het jaar 1823 is geen lijst bewaard gebleven, maar in 1824 vinden we Bonne van der Schoot (die als ‘tromslager’ of ‘plaatselijk omroeper’ of  plaatselijk tamboer’ wordt aangeduid) op het adres nr. 229 aan het Achterom langs de Molenwijk. Eile van der Schoot verdwijnt - van beroep ‘klerk’, kantoorbediende en ‘commies-griffier bij de regtbank’ - even uit dit deel van Heerenveen, maar in 1830 staat hij bij de Volkstelling op Lindegracht 30 (destijds grietenijhuis).

De Franse tijd - met name de periode 1811-1816 - verwent ons niet bepaald met huisnummerlijsten of adresbestanden. Als er dan in de overlijdensacten ook niemand in die periode overlijdt in huisno. 264 valt niet aan informatie daarover te komen. Maar omdat Bonne Oepkes van der Schoot al in 1809 staat ingeschreven op dit adres, nemen we aan dat hij daar de gehele tijd is blijven wonen. Bovendien staat hij, maar nu ook Eile Oepkes van der Schoot, op nr. 264 in het Plan van Belasting van 1810.

Uit de Leeuwarder Courant van 25 oktober 1813 vernemen we, dat notaris Wesselius Balster Kool van Heerens ‘eerstdaags’ dus binnenkort publiek mag verkopen het ‘Groote Huijs’ met nr. 267. Bovendien de “daar nevenstaande Boerenhuizinge en Schure, waarin een aantal Stallen, zoo voor Koeyen als Paarden worden gevonden, Hornleger, Moestuin, Boomen en Plantagien, gequoteerd no. 264, benevens de achtergelegene allerkostelykste uitgang Greidland, grootendeels in Polder, over het geheel groot ongeveer acht morgens.” (In Friesland wordt voor een ‘Biltse morgen’ land ongeveer 92 are gerekend; de Rijnlandsche morgen van ca. 81.29 are tot ca. 8516 vierkante meter heeft de voorkeur van het Franse bewind in Nederland gehad.)

Het lukte notaris Kool van Heerens in 1813 niet de panden nr. 264 en 267 te verkopen. Hij zal de opdracht hebben teruggegeven aan de familie Semler, die het in februari 1815 via notaris Douwe de Vries door een advertentie in de Leeuwarder Courant van 10 februari 1815 nog eens onder de aandacht brengt van de vermogende Heerenveners. Voor ons onderwerp nemen we ook nu slechts dat deel van de advertentie, waar ons verhaal over zal gaan. De Vries beschrijft het in de percelen II, III en IV als volgt:

“II... Eene daar nevens (naast nr. 267) staande Boeren-Huizinge en Schuure, gequoteerd met no. 264, voorzien van een Boeren-woning, Wagenhuis, Stallinge voor 12 Koeijen en 4 Paarden, met en benevens het daar achter gelegen groot Bleekveld of Hornleger en Cingel.

III... Eene uitgestrekte Moestuin, naast de Cingel van het tweede perceel gelegen.

IV... Ongeveer acht Morgens allerbest Weiland, leggende grotendeels ingepolderd, in 5 Kampen of Stukken, achter de voorschreven 3 percelen.” 

Een kleine toelichting is hier op z’n plaats. Die 5 kampen of stukken weiland moet U zoeken ten zuiden van de dwarsgracht van de Molenwijk in het gebied waar later Krugersdorp, Rodedorp en Blauwedorp worden gesticht (dus langs de Molenwijk, Korflaan, e.d. tot de huidige Koornbeursweg). Op ons bovenstaand kaartje ziet afgebeeld het “groot Bleekveld of Hornleger en Cingel”. Ten zuiden daarvan ligt er dan nog een “uitgestrekte moestuin, naast de Cingel van het tweede perceel”.

Deze verkoop lijkt te lukken, want in de advertentie van 8 maart 1815 wordt de finale toewijzing aangekondigd bij de kastelein Dirk Elzinga in de Terbandsterschans op 17 maart daaraanvolgend. Nieuwsgierig als wij zijn, willen we de voorlopige biedingen met u delen: Het grote huis nr. 267 (thans Kuiper) is ingezet op 7000 guldens. Op no. 264 is geboden 1100 gulden en op de daarachter liggende moestuin 560 guldens. Tenslotte moet die 5 kampen weiland (omtrent 9000 vierkante meter) moet 5094 gulden opbrengen. Waar het grote huis en de boerenwoning met schuur op staan zijn 12 mei 1815 te aanvaarden. De stukken moestuin en weiland kunnen direct aanvaard worden na de finale veiling.

Toch gaat de verkoop niet door. De percelen worden opnieuw ingehouden. Kennelijk acht de familie Semler de opbrengst te gering. Dat mag ook blijken uit het feit, dat b.v. het grote huis nr. 267 is verhuurd aan de ontvanger der directe belastingen Helenus Marinus Speelman Wobma, die in het kohier van de personele omslag van 1816 is aangeslagen en ook uit de geboorte van een dochter op 23 september 1816 in huisnr. 267. (L.C. 27-9-1816).

We worden geholpen door het Museum Heerenveen, waar we in een hangmap van de secretaris van het museum een koopcontract van 12 september 1817 aantreffen. Daarbij wordt door schout Frederik Semler, mede uit naam van zijn zuster Frederica Wilhelmina en broer Carel Semler - ‘als gelicensieerd vrijwillig jager gediend hebbend onder het vrijkorps van Prins Frederik’ - verkocht aan Albert Cornelis Propstra en Rinse Stoffel Koopmans een ‘boerenhuizinge, schuur en hornleger’ met nummer 264. Deze bestaat dan uit de boerenwoning, een wagenhuis, stalling voor 12 koeien en 4 paarden, een daarachter gelegen bleekveld (of hornleger) en een een ‘cingel’.

Uiteraard ten noorden daarvan wonen dan Jan Christiaan Mann, Jacob Kerstes Pleunenburg en Johannes Kalverboer c.s. Ten zuiden grenst het aan het derde en vierde perceel (de moestuin en de voorste oosterse kamp weiland. Ten oosten van de boerderij ligt het bezit van Kalverboer en ten westen “een zeer voortreffelijke, zoo wegens derzelver schoonen stand als uitmuntend fraai uitzicht hebbende Heeren Huizinge” oftewel het Groote Huys.

Wobbe Molles Mollema, koopman-grutter op het eerste deel van de Dracht, blijkt de voorlopige koper voor fl.1100,- na tegen elkaar opbieden met Johannes Kalverboer. De finale koopsom wordt tenslotte fl.1400,- voor Hendrik Alberts Propstra en Rinse Stoffels Koopmans.

Op de lijst van de dorpsomslag van Heerenveen uit 1805 staat tussen Sijmen Gosses en J.C. Mann (naar onze berekening dus nr. 264 van de omslag uit 1809) slechts de voornaam van Bonne .......... Dat zou kunnen betekenen - op 5 mei 1805 is hij met Aaltje Jans Piebenga getrouwd in Oudeschoot - dat hij dienstbaar is de heer Jan Georg Semler én in diens boerenhuizinge en schuur mag wonen. Als dorpsomroeper dient dan mogelijk de ‘heerknegt’ (zoals hij in 1813 in een lijst van weerbare mannen -SCO 211- wordt genoemd) het fransgezinde dorpsbestuur.

De quotisatie van 1808 bevestigt in feite dezelfde locatie - weliswaar onder een ander volgnummer 275, maar tussen Georg Luffler (Löffler) en J.C. Mann.

Maken we nu de stap naar het kohier van de speciebelasting uit 1804, dan wordt het met het aanwijzen van een vorige bewoner van het boerenbedrijf met schuur lastiger. Specienummer 128, 129 en 130 vermelden de verwachte namen: Andries de Lang, Sijmen Gosses en J.C. Mann en vervolgens zijn er dan twee specienummers 131 en 132 aangegeven, alvorens het ‘Groote Huys’ van J.G. Semler met specienummer 133 wordt vermeld.

1797-1805 Pieter van Krugten

De meest aannemelijk oplossing is, dat het specienummer 131 met bewoner Pieter van Krugten het boerenbedrijf met schuur is en dat Wyger Sijses Glastra, die juist dat jaar Jacob Klazes wed. opvolgt in specienummer 132 het latere kadasternummer A-395 bewoont of zo U wilt het huisnummer 266 uit de lijst van 1809. Laatstgenoemde veronderstelling blijkt overtuigend juist te zijn. Maar wie is Pieter van Krugten ??? Deze persoon komt in 1797 uit Leeuwarden en neemt op specienummer 131 de plaats over van H. Braunius, die naar Langezwaag in Opsterland gaat. In 1798 schrijft men hem als Pieter van Crugten, eveneens op specienummer 131. Vervolgens blijft hij tot en met 1804 ingeschreven op nr. 131 in de specie. In de Dorpsomslag van 1805 komt hij niet meer voor. Op de site van Tresoar vinden we bij ‘AlleFriezen’ de overlijdensacte van 21 februari 1838 van Leeuwarden. Daarin lezen we dat Pieter van Krugten is geboren te Montfort in Duitschland. Hij is getrouwd met Trijntje Grasman en 71 jaar oud geworden. In Heerenveen is op 21 juni 1797 geboren zoon Hendrik en het gezin blijkt rooms-katholiek. Op een genealogiesite vinden we dezelfde namen, waarbij Pieter zou zijn geboren in St. Odiliënberg in Limburg in 1769 en 68 jaar oud geworden. Trijntje Grasman is daar met haar doopnaam Catharina vermeld. Over een beroep in Heerenveen wordt niet gesproken. In Leeuwarden blijkt hij zich als ‘sleeper’ verdienstelijk te maken. In dat beroep gaat zoon Hendrik zich ook bekwamen.

1796-1798 Henricus Braunius

Voor de bewoning van de boerderij is Henricus Braunius een ‘vreemde eend in de bijt’. Eigenlijk heet hij Hendricus Hermanus Braunius en blijkt predikant te zijn in St. Johannesga vlak voor hij naar Heerenveen komt in 1795. Hij is geboren in 1743 in Menaldumadeel, en in 1772 gehuwd met Janke of Jantje Durks Drijfhout (1740). Braunius staat dan als predikant in Nes op Ameland. Van 1777 tot 1781 staat hij in St. Johannesga om vervolgens een beroep aan te nemen naar Benedenknijpe. In 1796 eindigt zijn verblijf daar en zal hij de pastorie moeten verlaten nog zonder dat hij een nieuwe beroeping heeft. Wel kunnen we vaststellen, dat zijn vrouw Janke een dochter is van houtkoopman Durks Beernts Drijfhout, oud bewoner van het ‘Groote Huys’ op het Breedpad en voorganger van de sinds 1790 daar wonende Jan Georg Semler. Het lijkt erop, dat de familie Braunius - Drijfhout uit een penibele situatie moet worden geholpen. Ze blijven dan ook maar kort in Heerenveen, want in 1797 verhuizen ze alweer. Hij heeft een beroep aangenomen naar Langezwaag, Opsterland en ze vestigen zich dus daar. (**zie verder de herstelstekst onderaan dit verhaal)

1791-1795 Aaldert Sytses vrouw

We vragen ons nu ook af of de vrouw van Aaldert Sytses niet meer in staat is gebleken de huur op te brengen van specienummer 131 en daarom is gaan verhuizen naar specienummer 95 in Heerenveen-zuid om een perceel met verschillende personen te delen. Op dat nummer 95 wordt zij weer herenigd met haar man Aaldert Sytses, die daar nog woont  en waar zijn vrouw naar toegaat als ze op nr. 131 plaats maakt voor H. Braunius. Zij heeft haar thuis al sinds 1791 op specienummer 131 gehad, terwijl zij samen met haar man in 1789 en 1790 deel uitmaakt van de bewoning van specienummer 129.  Waarom zij - althans volgens de speciekohieren - gescheiden hebben moeten leven blijft mysterieus.

1790-1791 Kristiaan Zivenzee

 Op nr. 131 is er dan inmiddels een Groninger met de naam Kristiaan Zivenzee komen wonen. Niet voor lang overigens, want in 1791 is hij ook al weer vertrokken. Over deze persoon is in Heerenveense archieven, noch in die van de digitale bestanden van it Tresoar (allefriezen) niet ste vinden. Ook in de digitale bestanden van ‘allegroningers’ hebben we hem niet kunnen spotten. Google laat ons in de steek en met www.delpher.nl hebben we evenmin succes kunnen boeken. Hij is vertrokken om plaats te maken voor de vrouw van Aaldert Sytses. Terug naar de eerdere bewoners.

1777-1789 Meine Wijbrens

1749-1776 Wijbren Meines  

Twee familiegeneraties - vader en zoon - bepalen de geschiedenis van dit boerderijpand van 1749 tot en met 1789. Vader Wijbren Meints (Meintes, Meines) vestigt zich in 1749 in het pand en wordt in de speciebelasting aangeslagen voor anderhalve schoorsteen en 2 halve hoofden (grondslag minder dan 600 carolus guldens bezit; vrijstelling voor kinderen). Van 1749 tot en met 1752 staat het perceel geregistreerd onder wisselende specienummers, maar vanaf 1753 wordt het consequent onder specienummer 130 belast. In 1766 begint Wijbren Meines een ‘komelkerij’ - een veehoudersbedrijfje met 11 koeien en 2 rieren; twee jaar later zijn dat 9 koeien en 2 rieren; weer twee jaar later is er een daling naar 4 koeien en 2 rieren. Van 1772 tot en met 1774 worden dat 7 koeien en (gemiddeld) één rier.

In 1775 is Grietje Jans, de vrouw van Wybren Meines overleden, waarmee hij sinds 11 mei 1738 is gehuwd. Zoon Meine Wybrens is op 20 mei 1770 al getrouwd met Antje Jacobs en hebben al drie kinderen als vader Wybren Meines in 1776 besluit, dat zoonlief het bedrijf maar moet overnemen. Meine heeft enige tijd gewoond  (1772-1775) op huisnr. 62 aan de Dracht-oost. Deze gaat  op nr. 130 met gemiddeld 6 tot 8 koeien en 2-4 rieren verder. Het gezin breidt zich flink uit. Van de 11 geborenen zijn twee vrij snel na de geboorte al weer overleden. In 1779 wordt het oude nummer 130 hernummerd naar 131. In 1781 overlijdt vader Wybren Meines, die toch nog vijf jaar lang bij hen heeft ingewoond.

Vanaf 1782 tot en met 1789 blijkt Meine Wijbrens een stabiele veestapel te hebben. In het jaar erna gaat Meine Wybrens naar Nijehaske, maar komt in 1791 al weer naar Heerenveen-zuid, maar dan op nr. 39 (dat is een van de bijgebouwen van het meest westelijke Scheltingahuis).

Uit het Bekkengeldregister van de Burgerlijke Armvoogdij Heerenveen vernemen we, dat de boekhouder op 26 mei 1796 fl.0-12-8 (12 stuivers en 8 penningen) ontvangt “bij de begraving in de Bekken op het kerkhof van Meine Wieberen’s vrouw”. Uit andere uitgavenposten zien we ook, dat Meine Wiebrens zelf door de armvoogdij voor bepaalde klussen wordt ingezet als contraprestatie voor ondersteuning. Zo ontvangt hij op 27 mei 1797 tien carolus guldens voor een jaar ‘weegen in de waag’ en samen met Feite Beerents vrijwel jaarlijks 24 carolus guldens voor het ‘opsteeken der lantaarns’. Met Roel Roels gaat hij ook op driewekelijkse basis langs de huizen ‘met de arremschotel’. Meine Wiebrens pacht het ophalen van het marktgeld en betaalt daarvoor per kwartaal fl.50-10-0 aan de armvoogdijboekhouder. Ook wordt hij wel ingezet als ‘armejager’ en verdient daarmee per kwartaal in 1807 fl.23-8-0. In 1809 wordt dat beschreven als ‘tractement voor oppassen om de bedelarij te beletten’.

Triest is het dat hij in die periode twee keer een dochter moet laten begraven. Op 15 september 1801 wordt ‘bij de begravinge van Meine Wiebrens zijn dogter (genaamd Geiske) in de bekken op het kerkhof fl.1-10-8’ ontvangen. En op 29 juni 1802 opnieuw een dochter van Meine Wiebrens fl.0-17-14.

Op de 11e van lentemaand (maart) 1810 wordt Meine Wiebrens zelf het onderwerp van een begraving door zijn overlijden. Hij is inmiddels 69 jaar, gehuwd geweest en heeft nog twee kinders uit één huwelijk. Dit is beschreven in een DTB (Begraafboek in Tresoar, nr. 592 over de periode 1806-1811, met woonplaats Heerenveen.)

Nazaten van deze twee stamgeneraties zijn zich rond 1810-1811 van de toepasselijk familienaam ‘De Boer’ gaan bedienen, hoewel ze de familienaam niet hebben bevestigd bij acte van naamsaanneming. Maar na 1811 gebruiken de nazaten wel deze familienaam. Zo passeert notaris W.B. Kool van Heerens op 26 april 1813 een volmacht van Roelof Keizer uit de Lemmer met toestemming tot het sluiten van een huwelijk van zijn dochter Lijsbeth Roelofs Keizer met Wiebrand Meines de Boer uit Heerenveen. (T26, inv. 55004, akte 123), zowel in het frans als in het nederlands.

************************

**Hersteltekst over de persoon van H. Braunius (1796-1798):

Door alert reageren op de bovenstaande tekst door Wiecher Ponne uit Meppel zullen we diep door het stof moeten. Wiecher Ponne heeft namelijk in zijn stamboom twee naamgenoten, welke een huwelijksverbintenis zijn aangegaan met ene Braunius. Gerrit Pieters Ponne (geb. 1772)huwt  (1795) met Johanna Maria Braunius (geb. 1776), dochter van de predikant Ds. Hendricus Braunius met standplaats De Knijpe-‘t Meer (1782-1808). En diens zuster Hiltje Pieters Ponne (geb. 1774) huwt (1796) met Hermanus Fredericus Braunius (geb. 1773).

Het huwelijk van Hiltje en Hermanus Fredericus wordt kerkelijk gesloten op 10 januari 1796 in de kerk van Benedenknijpe, Herv. Gemeente De Knipe-’t Meer. We mogen aannemen door zijn vader Ds. Henricus Braunius.

Ten onrechte heb ik - zonder daarvoor de juiste aanwijzingen te hebben - de predikant voor de bewoning van het boerderijtje in aanmerking laten komen. Ponne attendeert mij er op, dat hij tot 1808 als predikant in de Knipe c.a. heeft gestaan. Hij noemt daarvoor terecht als bewijs Romeins ‘Predikanten in Friesland’ en ook de vermelding op de site <http://www.theologieportaal.nl/predikantenlijst >. Die gegevens wordt ten overvloede bevestigd door de speciekohieren van Benedenknijpe-Zuidkant 1795 tot en met 1799. Daar staat iedere keer onder specienummer 18 (de pastorie) zeer duidelijk: Ds. Braunius, 2 Sch., fl.6-0-0. 

Met andere woorden we zullen opnieuw moeten zoeken naar de juiste kandidaat H. Braunius voor de bewoning van ‘ons’ boerderijtje achter het Breedpad. De aanwijzingen in de speciekohieren van 1795 tot en met 1797 zijn overduidelijk.

1795: nr. 131: H. Braunius; 1 Sch; en in de kolom: opmerkingen: eerstbeginnende. Hierbij moeten we als noot wijzen op het feit, dat door de wijziging in de belastinggegevens niet meer het aantal ‘hoofden’ en ‘halve hoofden’ meer worden geadministreerd. Dus: we weten niet of hij er alleen ging wonen of dat hij als nog ongehuwde daar samenwoonde. Ponne vraagt zich hardop af:  “Zou dat ongehuwd samenwonen voor een domineeszoon mogelijk zijn geweest?”  Het antwoord lijkt te moeten zijn: Niet waarschijnlijk, wetende uit welke sociale omgeving beide personen in kwestie afstammen. Bovendien is er nog een ‘onzekere’ factor in de administratie van de speciekohieren.

In het deel van het jaar “1796; nr. 131; H. Braunius; 1 Sch; en in de kolom: opmerkingen: eerstbeginnende” vinden we exact dezelfde tekst als in het boekdeel 1795. Dat is zeer merkwaardig en de gedachte, dat deze administratie - mogelijk door de veranderde omstandigheden in de heffing daarvan door de roerige tijd van omwenteling naar het fransgezinde bewind - minder accuraat is bijgehouden.

Het begrip ‘eerstbeginnende’ hebben we steeds kunnen interpreteren als ‘ persoon die voor het eerst als zelfstandig persoon een huis bewoont’. Een inwonende knecht wordt als zodanig tot de ‘familie’ gerekend in deze tijd.

De sleutel tot de echte oplossing zullen we moeten vinden in het speciejaar 1797. De aanwijzing in de kolom ‘opmerkingen’ zijn in alle opzichten van toepassing op de zoon van Ds. Braunius, nl. Hermanus Fredericus Braunius als we lezen: “ Heerenveen-Zuid 1797. nr. 131. H. Braunius, na Langezwagen in Opsterland, nu: Pieter van Krugten”.

Na de huwelijksvoltrekking van Hermanus Fredericus en Hiltje op 10 januari 1796 wordt op 9 mei 1796 hun eerste zoontje Henricus geboren te ‘t Meer en ten doop gehouden op 29 mei 1796 in de Kerk van Benedenknijpe. Dat Hiltje na het kraambed ook naar Heerenveen is gegaan om bij Hermanus F. te wonen, mogen we concluderen uit het ‘Bekkengeldenregister’ van de Algemene (= Burgerlijke) Armvoogdij Heerenveen.  Daar wordt een bedrag van fl.1-3-6 (1 carolus gulden, 3 stuivers, 6 penningen) als inkomst geboekt door de armvoogdijboekhouder op 4 augustus 1796 met de tekst: “Bij de begravinge van het kind van Harmanus Braunius in de Bekken op het kerkhof ...  fl.1-3-6”. 

Op welke manier Harmanus Fredericus Braunius het brood moet verdienen voor hem en de zijnen is nog niet aan de orde geweest en valt uit de bovengenoemde stukken niet te beantwoorden. Laten we daarvoor even naar zijn familie kijken en de mogelijkheden bekijken gezien zijn afkomst. Vader is predikant, moeder is de Janke Drijfhout, dochter van de rijke houtkoopman Dirk Berents Drijfhout (1701-1773). Deze is eigenaar-bewoner geweest van het Grote Huis aan het Breedpad, welke na het overlijden van zijn weduwe Imke Nannes Musculus in bezit komt van notaris en wijnhandelaar Jan Georg Semler. In het speciekohier van 1789 betaalt Jan Georg Semler voor het eerst zijn speciebelasting over dit pand. Bij die eigendomsoverdracht behoorde vanouds het boerderijtje ten oosten van het ‘Groote Huys’, zelfs zoon Frederik Semler heeft daarmee nog te maken bij de verkoop van het ‘Groote Huys’ en het boerderijtje in 1817.

Harmanus Fredericus en Hiltje vertrekken dus in 1797 naar Langezwaag in de Wijngaarde. Daar wordt op 5 september 1797 geboren dochter Janke, en op 30 maart 1799 zoon Henricus. (Tresoar-Allefriezen). Vervolgens vertrekken ze naar Joure (Haskerland), waar dochter Johanna, zoon Pieter (1e), dochter Tetje, zoon Hendrikus, zoon Pieter (2e) en dochter Froukje (1e) worden geboren. In haar geboorte-akte van 5 juli 1812 komt als beroep van haar vader voor: ‘kantoorbediende’. Daarna worden nog geboren Froukje (2e), Gerrit en Imkje.

Speculerend over zijn administratieve opties is het niet ondenkbaar, dat door de omwenteling veel administratief personeel nodig was. Jan George Semler, zelf notaris en medevormgever van de omwenteling in Heerenveen en Friesland, heeft het taalvaardige talent van Harmanus Fredericus (zie de tekst van de overlijdensadvertentie van zijn vader in de Leeuwarder Courant van 27 augustus 1808) voor de vele nieuwe taken onderkend en mogelijk kunnen inzetten. Uiteraard kent Semler de familie van nabij. Hij was immers in 1796 nog de eigenaar van dit boerenspultsje met een knap woonhuis daarbij.

2016, juni 13: met dank aan Wiecher Ponne

***************************************************************************************************

hip 132 3 Luchtfoto1921.jpg met rand li

Aan het slot van dit verhaal laten we U een detail zien van een luchtfoto uit 1921 met daarop centraal het vroegere kadastrale nummer A-387 en links daarvan het rijtje huizen, waarachter het altijd verscholen heeft gelegen.

***************************

2016, juni 4 - wibbo westerdijk - hip-backup 

Historie in beeld

HIP-TIME MAGAZINE 137                 In onze aflevering van HIP-Time Magazine 131 hebben we U al verteld...

    HIP-TIME MAGAZINE 135   Het voorrecht van de man die voor het Museum Heerenveen de inventarisatie van het beeldarchief...

HIP-TIME MAGAZINE 140         Fotonummer 7106 in het Museum Heerenveen geeft het noordelijke deel weer van de Propstrasingel....

HIP-TIME MAGAZINE 138                                   ...

HIP-TIME MAGAZINE 142 Helaas moeten we toegeven, dat deze foto uit het bouwdossier 1989, nr. 16 fotografisch-technisch geen prijswinnaar is....

HIP-TIME MAGAZINE 42 In de jaren dat dit soort aktiviteiten - zoals op fotonummer 0317 uit het archief van het Museum Willem van Haren - worden...

HIP-TIME MAGAZINE 42 In de jaren dat dit soort aktiviteiten - zoals op fotonummer 0317 uit het archief van het Museum Willem van Haren - worden...

HIP-TIME MAGAZINE 98 1ste Heerenwal omstreeks 1930 Op de rechterhelft van de voorgevel van Heerenwal nr. 4 (in 1922 overigens nog nr. A-5)...

HIP-TIME MAGAZINE 129: 1ste  HEERENWAL vóór 1906 ALGEMENE INLEIDING Bij het documenteren van de huizen van de Heerenwal (tot 1934 staand...

HIP-TIME MAGAZINE 41 Achter de Kerk en Oude Koemarkt 1976 Metamorfose ! Gedaanteverwisseling ! Begrippen die volledig van toepassing zijn op...

HIP-TIME MAGAZINE 48 Achter de Kerk vòòr 1929 Deze straat doet een gooi naar de titel ‘Straat in twee gemeenten met de meeste, verschillende...

HIP-time Magazine 81 Afbraak in het Kerkstraatgebied - Westmuur van de Vermaning Met museumfotonr. 01885 komt de Heerenveense Vermaning op...

HIP-TIME MAGAZINE 110 Afbraak van voormalig Huis van Bewaring in zomer 1973 Dit is een scan van een van de dia’s uit de collectie van H. van...

HIP-TIME MAGAZINE 113 Arm- en Ziekenhuis Van de huidige inwoners van Heerenveen zullen er steeds minder zijn, die herinneringen hebben aan dit...

HIP-TIME MAGAZINE 104 Blauwe zaal van de schouwburg Willen allen, die zijn geboren vóór 1980, eens diep in hun geheugen graven om dit beeld in...

HIP-TIME MAGAZINE 132  Boerderij aan de Propstrasingel (1749-1832) Het is even geleden, dat deze dorpse foto is gemaakt ! U zult het...

HIP-TIME MAGAZINE 14 Breedpad / Veenscheiding omstreeks 1900 De zakelijke feiten van deze prentbriefkaart zijn, dat boekhandel Gerben Brouwer...

HIP-TIME MAGAZINE  45 Breedpad nà 1905 Sinds enkele jaren onderhoudt museum Willem van Haren en dan met name medewerker Geeske Luinstra...

HIP-TIME MAGAZINE 20 Breedpad vòòr 1900 Deze magnifique foto van het Breedpad getuigt van grote klasse. De inrichters-vormgevers van het...

HIP-TIME MAGAZINE 16 Breedpad, Heerenwalsterbrug, Posthuis omstreeks 1910 De kwaliteit van museumfoto 170 blijft zelfs met de beschikbare...

HIP-TIME MAGAZINE 29 Breedpad, panorama omstreeks 1910 In alle fotocollecties over Heerenveen neemt dit “Panorama ‘Breedpad’ Heerenveen” - een...

HIP-TIME MAGAZINE 97         Ten tijde van deze foto (MWvH., no. 01867) heet de straat langs het witte pand met de naam en...

 HIP time magazin  124  Deze aflevering staat in het teken van een beslist jongere prentbriefkaart. Uiteraard uit de collectie...

HIP-TIME MAGAZINE 119                                  Het familieweekblad ‘Fen Fryske Groun’ is een rijke bron voor verzamelaars van afbeeldingen...

HIP-TIME MAGAZINE 65                       In de jongere geschiedenis van Heerenveen vervult de nieuwbouwwijk ‘De Greiden’ een pioniersrol. Tot de...

HIP-TIME magazine 99 De Kolk en omgeving 1976 Ze heeft het getroffen bij het maken van deze foto in 1976 vanuit het raam van één van die...

HIP-TIME MAGAZINE 59 Depôthuisje Museum Willem van Haren c. 1981 Tussen alle panoramafoto’s, genomen vanaf hoge posities in het Heerenveense...

HIP-TIME MAGAZINE 111 Donderdag 16 dec 1937 De Leeuwarder Courant van 27 april j.l. (2015) illustreert een artikel ‘Liever in den bioscoop dan...

HIP-magazine 96 Dorpspomp Aengwirden ca. 1872 Deze sepiakleurige foto met afgeronde hoeken lijkt te zijn gemaakt ter gelegenheid van de...

HIP-Time Magazin 23 Dracht 1904 Het is ongelofelijk wat mensen beweegt om in 1904 zo massaal de straat op te gaan om in ‘vredesnaam’ maar op...

HIP-TIME MAGAZINE 31 Dracht 1920 Tot 1926 ligt het plaveisel van de straat ‘de Dracht’ er bij als op deze prentbriefkaart uit 1920. De...

HIP-TIME MAGAZINE 84  Dracht 1973-74 Het gedeeltelijke opschrift van de bovenelkaar gemonteerde letters - LDE - behoren toe aan de...

HIP-TIME MAGAZINE 106 Fascinerend en imponerend zijn twee begrippen, die van toepassing zijn op de geschiedenis van het eerste meest linkse...

 HIP-TIME MAGAZINE 38 Dracht omstreeks 1980 Sinds wanneer mogen moeders met kinderen in het fietszitje achterop een straat infietsen waar...

HIP-TIME MAGAZINE 72    Dwarsgracht, ná 1914 en vóór 1921 Eigenlijk is dit een zeer bekende afbeelding van het Heerenveen uit de...

HIP-TIME MAGAZINE 133 Europalaan ca 1960 Het kan haast niet anders of deze foto moet op een vroege en zonnige zondagochtend zijn geschoten. De...

HIP-TIME MAGAZINE 74  Fietshokkunst De Telle 1978 Vergankelijke bouwkunst en vergankelijke kunstobjecten is een onderwerp, waarmee het...

HIP-TIME-MAGAZINE 15 Fok / Heerenwal omstreeks 1902 Vreemd.....!, je verwacht op dit beeld van Fok-Heerensloot-Heerenwal een...

HIP-TIME MAGAZINE 101 Foto met talloze geheimen en vraagtekens Als wij het viertal steekwoorden achter op deze foto uit het fotoarchief van...

HIP-TIME MAGAZINE 53 Francijntje de Boersingel 1966 Deze opname - in het fotoarchief van het Museum Willem van Haren 01490 - is gedateerd op...

HIP-TIME MAGAZINE 49 Garstenbrug/Compagnonsvaart omstreeks 1930 Oooooh... wat erg ! Zo’n schitterende foto - Museum Willem van Haren nr....

HIP-TIME MAGAZINE 85   Gemeenteplein, periode 1958 - juni 1974 De MUVA-uitgaven uit Valkenburg komen van een uitgeverij uit de...

Hip-Time 91Gezicht bij het Heerenveen ca 1790Deze afbeelding siert één van de drie ansichtkaarten, die de Heerenveensche Boekhandel (voorheen A.L....

HIP-MAGAZINE 26 Het dokstershuis, van waaraf de fotograaf deze opname (MWvH., nr. 244) heeft gemaakt, heeft een groot plat ‘dak’. De aldaar...

HIP-TIME MAGAZINE 13 Natuurlijk kent u het bekende brain-trainingsspelletje ‘Zoek de verschillen !’ De foto van HIP-TIME MAGAZINE 10 en dit...

HIP-TIME- MAGAZINE 9   Dit ‘Gezicht op Heerenveen’ is zonder enige twijfel weer van een professioneel fotograaf. De korte schaduwen van...

HIP-time 22 Wie ontvangt er nou niet graag een tevredenheidsbetuiging ? Wij in ieder geval wel ! Het overkomt onze website als op 20 juli j.l. de...

HIP- TIME MAGAZINE 12 Deze onbekende fotograaf heeft op een volstrekt wolkenloze dag kennelijk een moment afgewacht, waarbij hij het dynamisch...

HIP-TIME MAGAZINE 79  In een vlaag van ongekende nostalgie grijpen we naar deze kenmerkende opname uit 1968. Het is één uit de serie die destijds...

   HIP-TIME MAGAZINE 87                        ...

 HIP-Time 0       Wat zien we op de vogelvluchtfoto door Aerocarta op het achterland van de Nieuwburen? Het meest in het oog springend zijn...

HIP-TIME MAGAZIN 134 Heerenveen 262, 479, 540, 499, 510, Breedpad 11 Inderdaad, deze magische getallen betreffen allemaal datzelfde pand op de...

HIP-TIME MAGAZINE 136              Het is bijzonder jammer, dat we niet kunnen beschikken over een afbeelding...

HIP-TIME MAGAZINE 11 Boerehek of Boerehikke Dirk Aartsma schrijft op 8 october 1968 vanuit Ede aan Douwe en Siets Miedema als reactie op het...

HIP-TIME MAGAZINE 7 Het gebied waar de gemeente Aengwirden zijn derde ‘Stratenplan’ wil realiseren biedt kort na 1934 nog een sterk agrarische...

HIP-TIME MAGAZINE 4 Wat ziet U op deze schitterende bijna pastorale foto van ‘ons’ Heerenveen ? Op de voorgrond de wijk met de fraaie...

HIP-TIME Magazine 27                                              Waarom is deze foto zo speciaal ?   Allereerst omdat het zich natuurlijk...

HIP-time 28 Heerenveen, panorama 1956 Aan de ‘Watertoren’ (1914-1980) hebben we deze vogelvluchtfoto of panorama-foto te danken. Jaco (of...

HIP-TIME MAGZINE 30 Heerenveen, panorama omstreeks 1935 Vergelijken we deze vogelvluchtfoto nr. 255 met de eerder gepubliceerde MWvH.-fotonr....

HIP-TIME MAGAZINE 130 Heerenwal omstreeks 1928 Uit deze prentbriefkaart van de 1ste Heerenwal te Heerenveen blijkt nog duidelijk het grote...

HIP-TIME MAGAZINE 47  Heerenwalster basculebrug omstreeks 1939 Als U de moeite wilt nemen deze foto 0277 uit de collectie van het Museum...

HIP-TIME MAGAZINE 75      Dit is weer zo’n exemplaar van een prentbriefkaart, waarvan het museum Willem van Haren meerdere in zijn collectie...

HIP-TIME MAGAZINE 60      HEIDEBUREN MET SPEKBRUG, 1887 Het boek ‘Vereeuwigd’ door Frédérique van der Palm, blz. 46, afbeelding...

HIP-TIME MAGAZINE 25 Hervormde kerk, Hoofdbrug, Breedpad, omstreeks 1900 Ja hoor, de fotograaf is weer op het begin van de Heerenwal om een...

  HIP-TIME MAGAZINE 89                                                                                                                            ...

HIP-TIME MAGAZINE 117                 Voor de geschiedschrijving van de wijk Heerenveen-noord is deze foto van november 1930 - de bomen werken...

HIP-TIME MAGAZINE112 Een enkele keer krijg je het idee voor een verhaaltje voor de HIP-Time Magazine in de schoot geworpen. Zo komt een paar...

HIP-TIME MAGAZINE 88                      Inderdaad; deze foto heeft U meer gezien. In alle boeken, krantenartikelen en publicaties over de...

HIP-TIME MAGAZINE  35 Schilderij van Durk Piebes Sjollema (1760-1840)  Dick Bunskoeke heeft in De Koerier van 24 februari 1988 in zijn rubriek...

  HIP-TIME MAGAZINE 50 Om onze 50e bijdrage voor HIP-Time Magazine te vieren, trakteren we U op één van de bekendere werken van Heerenveens...

HIP-Time Magazine 105   Het is zomer 2006. Fotograaf Richard Hoekstra komt van de Badweg tussen Rottum en Oudehaske, slaat bij de brug het...

HIP-TIME MAGAZINE 54    Met dit ongewone beeld van 14 bij 19 cm komen we in het Heerenveen van het laatste kwart van de vorige eeuw. Of...

HIP-TIME MAGAZINE 68 September 1918 Het interieur van deze grote ruimte wordt op foto 01792 uit de collectie van het museum Willem van Haren...

HIP-Time Magazine 21 Molenwijk 1898 Het is een maandagmiddag in 1898, de lange schaduwen van de schoorstenen verraden een gevorderd tijdstip...

HIP-TIME MAGAZINE 83 Molenwijk tussen 1913 en 1930 Dit is weer zo’n schitterende foto uit de uitgebreide collectie van dr. Hubert Adriaan...

HIP-TIME MAGAZINE 34 Wie zal het ons kwalijk nemen als we zeggen, dat dit bepaald geen jeugdfoto van de mr. Halbe Binnertsstraat is. Fotonummer...

HIP TIME MAGAZINE 95 Het veertien verdiepingen hoge flatgebouw ‘Bellavista’ aan het Stationsplein biedt onze webmaster Jel Mulder op 11 december...

HIP-TIME MAGAZINE 126 Nieuwbouw Vleeschmarkt rond 1921 Na een intensieve zoektocht in het fotoarchief van het Museum Heerenveen kunnen we U ook...

HIP-TIME MAGAZINE 10   Het is fascinerend te zien dat de Heerenveense veehouders zo’n bijzonder sterke voorkeur hebben voor het zwartbonte vee....

HIP-TIME MAGAZINE 121   \                                                     Het zal U niet verrassen, dat op de achterkant van deze foto 02051...

HIP-TIME MAGAZINE 108                                                                                      Vind je eens een interessante foto in...

HIP-time 90 In de categorie ‘jonge historie’ maakt dit complex een goede kans op een erevermelding. Deze kleurenfoto vanuit de lucht door Fotex...

HIP-TIME MAGAZINE 78 Oude Kerkstraat ca. 1900 In het meest oostelijke deel van de Oude Kerkstraat kun je rond 1900 deze situatie als fotograaf...

HIP-TIME MAGAZINE 67 Deze keer valt de de keus op foto 01782 uit de collectie van het Museum Willem van Haren. Niet zozeer vanwege de scherpte van...

HIP-TIME MAGAZINE 56  Van zo’n schitterende foto kunnen we dolenthousiast worden. Zelfs een krasje hier of daar op de foto brengt ons niet van...

HIP-TIME MAGAZINE 80   Is dit het Heerenveen, dat wij van de prentbriefkaarten kennen ? Nee, beslist niet ! Het is een redelijk authentieke...

HIP-TIME MAGAZINE 39   Je kunt alsnog plaatsvervangend jaloers zijn op het watertorenpersoneel van Heerenveen (1956), die eigenlijk in elk...

HIP-TIME MAGAZINE 115                                                      Opnieuw zo’n bijzondere opname uit de fotocollectie van het Heerenveen...

  HIP-TIME MAGAZINE 114 Pastorielaan ca 1926 Zeer ongebruikelijk zijn de verhoudingen van deze prentbriefkaart: 7 cm. hoog en 17 cm....

HIP-TIME MAGAZINE 116      Pastoriewijk met sluis en trambrug 1932 “Niettegenstaande ‘t stoomgemaal reeds geruimen...

HIP-TIME MAGAZINE 32 Plein bij Crackstate omstreeks 1976Dit ‘maagdelijke’ plein in de late middagzon ligt als-het-ware te wachten op de gasten...

HIP-TIME MAGAZINE 66   Postkantoor Afbraak 1974 Drie architectonisch iconen op hetzelfde beeld tijdens de ‘ontploffing’ van 17 december...

HIP-TIME MAGAZINE 139                 Voor het vervolg van de ontwikkelingen in het Propstragebied langs...

HIP-TIME MAGAZINE 131                                  ...

HIP-TIME MAGAZINE 61 R.H.B.S.met conciergewoning en gymnastiekzaal c.1975 Het oog van fotograaf Henk Bruyns voegt beslist iets toe aan deze...

HIP-TIME-MAGAZINE 24 Rijksdagnormaalschool 1916Mochten we al twijfels hebben over de datering van fotonummer 267 van de collectie van museum...

In 1315 is op de huidige plaats van de Rotondekerk al een kapel, gewijd aan de heilige Catharina. In de Rotonde kerk werd 50 jaar geleden...

HIP-TIME MAGAZINE 36 Saskiaflat 1977Het gemeentelijke archiefdossier van het flatgebouw voor vrijgezellen (Saskiaflat) gaat slechts over de...

HIP-TIME MAGAZINE 37 Schans omstreeks 1930Onmiskenbaar heeft dit formidabele pand omstreeks 1930 nog de allure van een gebouw met een voorname...

HIP-TIME MAGAZINE 107     Schans vòòr 1905Bij deze prachtige oude foto uit de Leo Leenes-collectie van het Museum Willem van Haren...

Onze sponsors: