Het dorp is ontstaan bij het klooster ‘Hasker Convent’ dat in 1231 werd gesticht. De monniken van het klooster hielden zich bezig met ontginning van het gebied en legden dijken aan. Het dorp ontstaat langs de Heerensloot op de plaats waar de vrome kluizenaar Dodo zijn kluis had. Op de grietenijkaart van 1718 staat langs de lange kronkelige Hasker Dijken verspreide bebouwing van vooral boerderijen. De meeste staan in het noorden. In het midden zijn de kapel van het convent en enkele boerderijen afgebeeld.
De ‘Heeren van het Veen’ begonnen rond 1560 een compagnie om het veen in het zuidwesten van Friesland te ontginnen.
Haskerdijken was een echt vervenersdorp. De veenknechten waren merendeel afkomstig uit Duitsland. In Friesland werden ze hannekemaaiers genoemd.
In Haskerdijken woonden ook de turfmakers uit Giethoorn.
De Gietersen kenden her verveners vak als geen ander.
Voor de veenbazen bleef de turfwinning een goede broodwinning, terwijl de arbeiders hard moesten werken voor een karig loon.
Turf was destijds en belangrijkste energie waarop Nederland draaide.
Ook de opkomende stoommachines werden op turf gestookt.
In de 19de eeuw werd ten zuiden van het dorp een nieuwe brug gebouwd; hier ontstond het dorp Nieuwebrug.
Nieuwebrug vormde samen met Haskerdijken een tweelingdorp. Tot de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1984 behoorde Haskerdijken tot de gemeente Haskerland, terwijl Nieuwebrug tot de gemeente Heerenveen hoorde.
Op de plaats van de kloosterkapel van het convent is de hervormde kerk gebouwd in 1818. Het is een zaalkerk met driezijdige koorsluiting en een geveltorentje.
Zuidelijker is een buurt gevormd bij een sluis en een nieuwebrug in de vaart die naar de Polder van het 4e en 5e Veendistrict leidt. Dit heeft de buurtschap Nieuwebrug gevormd die voorheen tot Schoterland en de gemeente Heerenveen behoorde. Sinds 2014 behoren Haskerdijken met 444 inwoners en Nieuwebrug met 153 inwoners tot de gemeente Heerenveen.