login     icon mail

logo werkgroep oud heerenveen 250

Gezicht op Heerenveen
Geschilderd door Goffe Struiksma in 1951. (Collectie: Museum Heerenveen)
Schoterlandse Kruiskerk
Geschilderd door Durk Piebes Sjollema van 1825 tot 1835
Crackstate en RK kerk
In het centrum van Heerenveen. (Collectie: Museum Heerenveen)

Bron: Collectie Museum Heerenveen
Van Helomahuis 1721 Helomahuis ca. 1620

Bewonersgeschiedenis

Tussen 1586 en 1612 heeft Brecht Claesdochter (ca. 1546-1623/28), weduwe van Tjaerd Gaeles van Heloma (1537-1581/3), het terrein ten oosten van Moerborch (Oenemastate) verkregen. Op een schetskaartje in het Heloma-archief uit omstreeks 1640 staat ter plaatse schematisch een huis (“min huijs”) met een trapgevel getekend.

min-huijs.jpeg“Min huijs”, circa 1640trapgevel.jpeg

 

Volgens dendrochronologisch onderzoek is dit pand omstreeks 1620 gebouwd. Het Helomahuis was in die tijd één perceel breed (drie traveeën) en had waarschijnlijk een top(trap)gevel. In 1632 is het huis bewoond door Nolckjen Arjensdr. (ov. 1643), de weduwe van Michiel Tjaerds (1577-1627).
Waarschijnlijk werd het huis nadien bewoond door de zoon van Nolckjen Arjensdr., Tjaerd Michiels, later Theotardus (van) Heloma (ca. 1618-1657) en Frouckjen van Teijens (1627-1693/7). Van hen is een glas-in-loodraam uit 1650 bewaard gebleven dat misschien afkomstig is uit dit huis.

 

tjaert-van-heloma.jpegjuffrouw-van-teijens.jpeg

De tweede zoon van Nolckjen Arjensdr., Nicolaas van Heloma (1622-1691), heeft in 1679 dit huis naar het westen toe met een perceel uitgebreid (ook drie traveeën).
Tjaerd van Heloma (1673-1721) en Siccomina van Boekholt (1671/1752?) waren vervolgens de bewoners van het huis. Een tekening van J. Stellingwerf uit 1721 geeft een beeld van het huis in 1721. De topgevels zijn reeds in 1721 vervangen door dakschilden, maar de gevels waren nog voorzien van kruiskozijnen met glas-in-lood in de bovenlichten. Dat de uitbreiding uit 1679 met twee in plaats van drie traveeën is afgebeeld  is waarschijnlijk een slordigheid.  Siccomina bezat het huis in gemeenschappelijk eigendom met haar kinderen.

f.c.jpegTjaard van Heloma (1753-1798) door F.C. Hosson, 1776

stellingwerf.jpegJ. Stellingwerf, 1721

 

In 1762 werd de op Voormeer wonende Nicolaas van Heloma (1709-1774) eigenaar. Zijn zoon Tjaard van Heloma (1753-1798) bewoonde het huis van 1788 tot 1798. Zijn jongere broer Marcus van Heloma (1755-1805), die op Voormeer woonde, verkocht het pand in 1802.

Bouwgeschiedenis                                                    

Het huis uit 1620 heeft een eiken kapconstructie. Volgens de gehakte telmerken had de kap vijf eiken spanten die thans niet meer op volgorde staan. Het spant nummer 1 is waarschijnlijk bij het aanbrengen van het schilddak hergebruikt en loodrecht op de voorgevel geplaatst. Dit huis had aan de voorzijde een opkamer boven een kelder. Op de tekening van Stellingwerf zijn twee keldervensters aangegeven.
De verdiepingsbalklagen bestaan uit eiken en dateren van omstreeks 1620. De balklagen van de westelijke uitbreiding bestaan uit grenen en dateren van omstreeks 1679.sleutelstukken.jpegBalken uit 1620 met geprofileerde sleutelstukken

eiken-spant-oostgevel.jpegEiken spanten oostelijk pand

 

De oostgevel van het huis uit 1620 is opgetrokken in gele baksteen met dagstreep in de voeg en is dodekoprood geschilderd. Thans is nog zichtbaar dat deze gevel aan de zuidkant wordt beëindigd met kop-klezoor in de koppenlaag zoals in de zeventiende eeuw gebruikelijk is.

kop-klezoor.jpegKop-klezoor in koppenlaag

dodekoprood.jpegGele baksteen van de oostgevel dodekoprood geschilderd

Mogelijk zijn de gevels door Nicolaas of Tjaard voorzien van achttiende-eeuwse vensters met schuiframen met een kleine ruitverdeling. De drie vensters van de verdieping van het huis uit 1620 hebben thans nog achttiende-eeuwse kozijnen met kwartrond profiel. Ook kan de kroonlijst met klossen en de entreepartij uit deze tijd dateren. Mogelijk heeft Voormeer voor deze verbouwing model gestaan.

In 1820, 1828 en 1892 ging het pand over in andere handen. In die periode zijn diverse moderniseringen aangebracht. Zo ontvingen de vensters in deze eeuw schuiframen met zes- en achtruitsramen (empireramen) en zijn de kozijnen, behalve de drie van de verdieping, vernieuwd met een kraalprofiel. In 1892 of iets later zijn de gevels gepleisterd.

vooranzicht-helomahuis.jpeg


De zeventiende-eeuwse balkankers van beide panden zijn nagenoeg gelijk van vormgeving.
De ankers, dus de balken van de begane grond van het huis uit 1620 zijn iets lager geplaatst en de vensters van de begane grond bevinden zich niet precies onder die van de verdieping. Waarschijnlijk gaat de voorgevel van het oudste huis nog schuil achter het pleisterwerk.
Dat zich ook gedeeltelijk onder de kroonlijst zeventiende-eeuwse ankers bevinden wijst erop dat beide panden een top(trap)gevel bezaten.

Rudolf Jan Wielinga

 

 


 

 

 

Onze sponsors: