Monumenten met QR code
Kuiper Breedpad Het Groote Huys - 1750
Houthandelaar Dirk Beerns -die zich later Drijfhout noemt- koopt in 1744 het aan het Breedpad gelegen adellijk huis Brandenburchs Hoff.
Dit in 1640 gebouwde huis laat Drijfhout in 1750 afbreken en geeft opdracht er een nieuw huis neer te zetten dat meer bij zijn status past. In de nieuwe woning laat hij een door Dirk Danzer van de Makkumer aardewerkfabriek Tichelaar gemaakt tableau met een afbeelding van Drijfhouts nieuwe vlaggenschip “d’Houtmolen” aanbrengen. Het tableau “De thuiskomst van de verloren zoon” krijgt er ook een plek.
Notaris en wijnhandelaar Johann Georg Semler laat het pand in 1800 verbouwen tot de huidige staat. In 1827 koopt houthandelaar Siebe Tuymelaar het huis dat dan in de volksmond de naam Tuymelaarshuis krijgt.
In 1884 verkopen de erven de woning aan Mejuffrouw Hobbine Daniëlle van Heloma, die er tot haar overlijden in 1916 blijft wonen.
In 1972 kopen A. en J.A. Kuiper Het Groote Huys. Het wordt aangepast voor kantoorgebruik, met behoud van zoveel mogelijk oude elementen.
Kuiper Herenwal. Sociëteit 1819
In 1819 koopt een aantal Heerenveense notabelen de “huysstede” van Jacob Klazes Hoogeveen, veenbaas bij de Schoterandse Veencompagnie.
Het pand aan de Herenwal nummer 4 wordt afgebroken en er komt in opdracht van de notabelen een herenhuis in neoclassicistische stijl voor in de plaats.
Het huis biedt 30 jaar lang onderdak aan sociëteit De Eensgezindheid. Anthony Winkler Prins (samensteller van de naar hem genoemde encyclopedie) is geruime tijd een prominent lid geweest.
Politieke onenigheid leidde ertoe dat de herenclub in 1846 uit elkaar spatte.
In 1855 is de Koninklijke IJsvereniging Thialf hier opgericht.
In 1934 betrekt de Raad van de Arbeid het pand en in 1941wordt het eigendom van meelhandel Yme Kuiper.
Begin 21e eeuw is in opdracht van Kuiper Verzekeringen het pand grondig gerestaureerd en in oude glorie hersteld.
Middenstandsbank Lindegracht 1934
Architect L. Reinalda ontwerpt in 1934 in opdracht van de NV Noord-Friesche Middenstandsbank een bankgebouw met bovenwoning in Heerenveen in de stijl van de Nieuwe Haagse School.
Deze stijl kenmerkt zich door rechte en kubistische vormen.
In 1934 wordt de bouw aanbesteed en krijgt de Heerenveense aannemer K. Telgenhof opdracht aan de Lindegracht 23 het ontwerp gestalte te geven.
In 1979 is het gebouw inpandig verbouwd naar ontwerp van architect A. van der Meer.
Begin april 1993 trekt Univé verzekeringen in het gebouw aan de Lindegracht en houdt er ruim twintig jaar kantoor.
Oenemastate 1640
Bron: Collectie Museum Heerenveen
Oenemastate 1640
In 1640 wordt op de fundamenten van de voormalige stins Moerborch van de familie Van Oenema een pand opgetrokken in renaissancestijl.
Opdrachtgever is Amelius van Oenema, grietman van Schoterland. Tien jaar later betrekken erfgename Catharina Douma van Oenema en ritmeester Ernst Willem van Haren Oenemastate.
In 1663 laat het echtpaar door schilder Mathias van Pelckum een plafondschildering maken in de grote zaal.
De schildering is uitgeroepen tot rijksmonument.
Meer dan een eeuw is de state in handen van de families Van Haren en Sirtema van Grovestins.
Het gebouw werd daarom ook enige tijd wel Grovestins genoemd.
In 1828 koopt het grietenijbestuur van Schoterland Oenemastate en wordt het als grietenijhuis gebruikt.
In 1842 wordt naar ontwerp van L.P. Roodbaard een wandeltuin achter de state aangelegd, die niet lang daarna plaats moet maken voor een kerk, een begraafplaats en een gasfabriek.
Als Schoterland, Aengwirden en Haskerland in 1934 worden samengevoegd tot de gemeente Heerenveen wordt Oenemastate het gemeentehuis.In 1951 wordt door een ruil tussen de gemeente en het rijk Oenemastate rijksgebouw en Crackstate gemeentehuis.
Van 1951 tot 1963 heeft het rijk er het kantongerecht faciliteit geboden. In 1963 krijgt het architectenbureau Van Manen en Zwart van de Rijksgebouwendienst opdracht tot verbouw van Oenemastate en in te richten tot kantoor voor de belastingdienst. Op 14 maart 1968 neemt de Inspectie der Belastingen het gebouw daadwerkelijk in gebruik.
Sinds 1993 is tot drie keer toe de naamgeving van het gebouw onderwerp van nieuwsgaring. Begin oktober 1993 wordt het ‘Stadscafé Oenemastate’ gelanceerd, eind augustus 2002 vinden nieuwe uitbaters dat de state ‘De Heerenkamer’ moet worden genoemd en eind juli 2012 geven weer nieuwe horeca-exploitanten de voorkeur aan grand-café “ ‘t Gerecht”.
Oude Bieb 1918
Bron: Collectie Museum Heerenveen
De Oude Bibliotheek. 1918
In december 1916 wordt door een aantal initiatiefnemers in een lunchroom aan de Lindegracht over het oprichten van een bibliotheek gesproken.
Op 14 januari 1918 worden de statuten van de “Vereeniging Openbare Leeszaal en Bibliotheek Frieslands Zuidoosthoek” bij Koninklijk Besluit goedgekeurd.
Medio 1918 wordt het voormalige café “De Drie Gemeenten” aangekocht en omgebouwd tot bibliotheek. Op 13 oktober van hetzelfde jaar vindt de feestelijke opening plaats. Het gebouw dateert uit ongeveer de 17e eeuw en heeft onder andere gediend als woning, bedrijfsruimte en herberg.
Logement “Koophandel en Zeevaart” was er tot 1864 gevestigd.
Van 1872 tot 1918 heette de zaal “De Drie Gemeenten”.
Opvallend kenmerk is sinds 1880 de ronde hoek van het gebouw. Deze stijl werd rond 1875 veel toegepast.
De Bibliotheek heeft er tot juni 1965 haar domicilie gehad. Na haar vertrek heeft tot 1982 de oude bibliotheek onderdak verleend aan de Oudheidkamer met conservator Leo Leenes.
Tegenwoordig heeft het pand een horecabestemming.
Lees meer over de bibliotheek...
Oude pastoriewoning Breedpad 1760
Bron: Collectie Museum Heerenveen
Oude pastoriewoning Breedpad 1760
De pastorie van de hervormde kerk van Schoterland is oorspronkelijk als woonhuis gebouwd door houthandelaar Dirk Berents Drijfhout (1701-1773).
Hij liet zijn vijfjarig kleinzoontje Dirk Nannes de eerste steen leggen. Op de kraagstukken staat de volgende tekst: "1760 den 15 july lag dirk nannes drijfhout" - "de eerste steen van desen huise".
In 1760 liet Drijfhout de woning verbouwen tot pastorie. Zelf woonde hij inmiddels in Het Groote Huys. Omdat de toenmalige dominee zich eind negentiende eeuw beklaagde over het uitzicht (hij kon zijn kerk niet zien door de hoge haag voor het huis), kocht de kerkvoogdij een pand aan de Heideburen. De Westfaalse bierbottelaar Hein Hergarden kocht de voormalige pastorie en voerde er samen met zijn zoon jarenlang een drankhandel.