HIP-TIME MAGAZINE 104
Blauwe zaal van de schouwburg
Willen allen, die zijn geboren vóór 1980, eens diep in hun geheugen graven om dit beeld in hun herinnering op te roepen. Tenminste als ze tot dat deel van de Heerenveense bevolking behoren, die wel eens iets feestelijks heeft beleefd in de Blauwe Zaal van de in 1992 afgebroken schouwburg op de hoek van de Crackstraat (met de K. R. Poststraat). Alle toegangen tot het in 1934 gebouwde imposante gebouw hebben hun entree aan de kant van de Crackstraat. Vanaf de Oude Koemarkt is dat eerst de deur naar het café-gedeelte, daarna komt de dubbele deur naar de garderobe én gang naar de Blauwe Zaal en vervolgens of tenslotte de monumentale entrée met stoep en twee toegangsdeuren naar de schouwburg-en/of bioscoopzaal. De (nood)-uitgang bevindt zich aan de kant van de K.R. Poststraat, terwijl de requisieten voor toneel-en of theatergebeurtenissen aan de kant van de voormalige gevangenis van Crackstate worden binnengebracht. Daar bevindt zich immers ook de toneeltoren.
De Blauwe Zaal heeft lang een reputatie gehad van dansgelegenheid, feestzaal voor instellingen en verenigingen, eindexamenzaal, reünies, schoolfeesten, meetingen, enz. In de laatste jaren van haar bestaan zijn er ook nog talrijke films gedraaid, aangezien de inrichting ook over een filmcabine beschikte. De aankleding op de foto - vermoedelijk uit de jaren tachtig van de 20e eeuw - laat de benedenzaal zien in de bioscoopopstelling voor een honderdtal personen, terwijl in de zijkanten van de zaal de café-opstelling (tafeltje met kleedje met daaromheen een paar stoelen) is te zien. Diezelfde inrichting is ook te zien op de bovenetage van de zaal, die gekenmerkt is als galerij.
Op het toneel bepaalt het bioscoopdoek op groot formaat de inrichting. Het onderwerp van de film is overduidelijk die over het vliegfestijn, vormgegeven door Clement van Maasdijk in de zomer van 1910 op het terrein van ijsvereniging Thialf ten oosten van het Hepkemabosch. Het tweetal kijkers - een dame en een heer - die naar de film kijken, doet vermoeden, dat het een vóórvertoning of een proefvertoning is voor een bijzondere gebeurtenis. Wie zijn deze twee liefhebbers dan toch ?
Met enige trots zou de Stichting Historie Heerenveenzich deze gebeurtenis kunnen toe-eigenen, want deze heeft op donderdag 23 augustus 1990 een 40 minuten durende film laten draaien, samengesteld uit opnamen van de onafhankelijkheidsfeesten 1913, de Heerenveen-éénfeesten van 1934, voetbal-flitsen uit 1956 en 1960 en als klapper de Vliegfeesten van Maasdijk uit 1910. Alles ter gelegenheid van de tentoonstelling “Hij vliegt ...” in museum Willem van Haren. Vijf keer die dag werden de films (ca. 40 minuten) vertoond tegen een ‘nostalgische’ bezoekersprijs van 40 cent.
In het Nieuwsblad van Friesland van 2 februari 1934 wordt de bouw van ‘de nieuwe schouwburg en bioscoop te Heerenveen’ met veel tam-tam aangekondigd. In de eerste zinnen wordt er meteen het gerucht ontzenuwd, als zouden de grote schouwburgplannen overgaan. Over die plannen is in het najaar van 1933 al door deze krant geschreven. Natuurlijk leidt onze nieuwgierigheid naar dat bericht opnieuw naar de Hepkemakrant en inderdaad vinden we onder de ‘Berichten uit Stad en Dorp’ er eentje van 17 oktober 1933 over het “Nieuwe Schouwburggebouw’. Het blijkt een
initiatief van de “N.V. Maatschappij tot exploitatie van het Schouwburggebouw te Heerenveen" in oprichting, met een raad van beheer. Juist op die 17e wordt het ‘plan’ tot een besluit verheven.
Deze N.V. zal de exploitatie overdragen aan de Radio-Centrale Heerenveen - N.V. Ridderhof en Van Dijk's radio-distributiebedrijf - voor een bedrag, waaruit gegarandeerd kunnen worden de aflossing, onkosten, enz. van het schouwburggebouw en waarvoor ze het recht krijgt in het gebouw een bioscoop te exploiteren.
Het gebouw zou bij ‘geruchte’ worden gebouwd aan de Heerenstraat tegenover de tramhalte. En de heer C.J. Wierda wordt opgevoerd als de architect, die de ontwerptekeningen heeft laten inzien aan de journalist van de Hepkemakrant. Diezelfde journalist wakkert in zijn stukje wel de animositeit aan met de stad Leeuwarden door te stellen, dat zelfs die stad niet kan bogen op een ‘zoo prachtvol groot gebouw’! Die in september 1934 bedrijfsklaar zal moeten zijn.
Duidelijk blijkt uit beide berichten, dat er nog wel het een en ander concreet moet worden gemaakt. Hoofdzaak lijkt de financiering te worden met het uitschrijven van een obligatielening voor een kwart van het benodigde kapitaal van, waarop de Raad van Bestuur van de bemiddelde Heerenvener verwacht te zullen inschrijven. Op de beoogde definitieve locatie aan de oostkant van de Crackstraat staan op dat ogenblik nog wel twee oude gebouwtjes, die in de tijd dat burgemeester Hans Willem de Blocq van Scheltinga eigenaar is geweest van ‘t Lyts Idemahûs’ de functies van ‘oranjerie’ en ‘koetshuis’ hebben gehad. In de tijd van Hotel Jorissen (1893-1929) is de oranjerie gebruikt als uitvalsbasis voor de tennisbaan en het koetshuis is gebruikt o.a. door stoombootondernemer Sipke de Jong, die er sinds mei 1913 heeft gewoond. Eerst onder Heerenveen-Aengwirden nr. 73, en later onder huisnummer 172 aan de Fok (adresboek 1922). Wanneer U dat nog eens goed wilt bekijken op een luchtfoto dan raden wij U aan ‘Oud Heerenveen vanuit de lucht’, foto nr. 7144 van KLM-Aerocarta uit c. 1931 nog eens te bekijken. In de fotokluis van het museum komt dit beeld tot U onder nr. 01585.
Niettemin begint op 18 mei 1934 de bouw door aannemer fa. R. Post en Zn en op 18 juni is de firma al zover, dat de eerste steen kan worden gelegd door Luut Goldhoorn, zoon van Wildrik Goldhoorn, directeur van het kantoor van de Gelderse Credietvereniging en financieel specialist namens de beoogde exploitanten de gebroeders T.B. (Tonnie) en H.C. (Herman) Hooghoudt. Deze twee mannen zijn de directeuren van N.V. Radiodistributie te Heerenveen, die de exploitatie van de theater-en bioscoopzaal ter hand zullen nemen. Op vrijdagavond 12 oktober van dat jaar is het zover dat het complex - het R.D.B.-theater (Rooms-katholieke Diocesane Bond) - kan worden geopend. De voorzitter van de Raad van Beheer, de heer W. Goldhoorn, spreekt een welkom, brengt hulde aan de exploitanten Hooghoudt en nodigt de heer J.J.G.S. Falkena, burgemeester van Heerenveen, uit de officiële opening te verrichten. Na de vertoning van lichtbeelden van de verschillende bouwfasen volgt een filmvertoning voor de genodigden, die bijzonder in de smaak valt. Het is dezelfde succes-en amusementsfilm ‘Fra Diavolo’ van de komieken Stan Laurel en Oliver Hardy, die ook de zaterdag erna wordt vertoond op het immens grote doek.
Twee opvallende gebeurtenissen vinden in diezelfde maand nog plaats, welke de regionale pers de moeite waard vindt om te vermelden. De 26e van die maand wordt - met tromgeroffel aangekondigd - het optreden van in de internationale theatergroep van Trudi Schoop met haar dansende ‘Komikerinnen’ van de Züricher Stadttheater. De 31e oktober heeft de Heerenveense Schouwburg de eer. Eén dag eerder nemen een dertigtal Heerenveense dames het initiatief tot het oprichten van een damessociëteit, welke van plan is geregeld in de foyer van de nieuwe schouwburg hun wekelijkse bijeenkomst te houden. Over hun doelstellingen wordt verder met geen woord gerept en in de daaropvolgende jaren komt de Hepkemakrant daarop ook nimmer meer terug. Nauwelijks anderhalfjaar later - op 30 april 1936 - kondigt de N.V. tot Exploitatie van het Schouwburggebouw de aanbesteding aan van de ‘bouw van een feestzaal op het terrein van de Schouwburg’. Zij hebben op 31 maart het gemeentelijke fiat gekregen. (Bouwverguuning 85-36). De gunning komt op naam van de laagste inschrijver J. Geertsma te Terwispel, die op 15 april 1936 de voorbereidingen kan gaan treffen voor een uitbreiding van fl.4824 - plus nog fl.150,- voor spouwmuren - op het perceel kad. Tjalleberd, sectie A., no. 7450. Het Nieuwsblad van het Noorden, die het bericht van de gunning overneemt, spreekt als enige over een ‘groote balzaal’. In deze bouwvergunning, voorbereid door opnieuw architect C.J. Wierda - wordt de naam van Egon Vernimmen genoemd als gebruiker.
Op 5 juli 1936 geeft een advertentie aan, dat ter gelegenheid van de atletiekwedstrijden op zondag 5 juli een ‘Groot Soirée-Dansante’ wordt gehouden in de ‘Feestzaal van de Nieuwe Schouwburg’, de eerste in een lange reeks van dansavonden, school-, buurt-en verenigingsfeesten, tentoonstellingen, etc. etc.In mei 1937 beëindigt Vernimmen zijn overeenkomst en op 15 december 1937 wordt Fokke Groen pachter. De belangrijkste verandering in de exploitatie vindt plaats tijdens de eerste bezettingsjaren. De radio-distributie vervalt aan het Rijk en de heren Hooghoudt komen voor de keuze te staan: Schouwburg of P.T.T. ? Het wordt de P.T.T. ! De brouwerij "d'Oranjeboom" neemt in 1942 de zaak over voor f 100.000,- . Vanaf dat moment wordt Fokke Groen pachter van het hele complex. Inmiddels is opgericht de "M.E.S." of Maatschappij tot Exploitatie van de Schouwburg, een maatschappij van zakenlieden uit Heerenveen.
Graag zouden we ook nog eens wat willen vertellen over de ‘Reichskommissar für die besetzten Niederländische Gebiete’ met zijn lange armen, de directie van H.J.R.Richie, de bedrijfsleider F. Brugge, de vordering van het gebouw door het Militair Gezag, de uitgaans gelegenheid voor de Canadezen, de danslessen van F. van der Zwaag, exploitanten Osinga en Bosma, het afscheid van de Schouwburg in november 1991.
Als de Schouwburg toch eens zijn memoires had kunnen schrijven .............. Gelukkig beschikt het museum Willem van Haren over een archiefdoos, die royaal gevuld is met allerlei aspecten van haar bestaan. Voor de foto, aanwezig in het fotoarchief van het Museum Willem van Haren, is het handig als U bij een bezichtiging van het origineel het nummer 01927 paraat heeft.
2015, maart 22 - wibbo westerdijk - hip-backup