HIP-time 28
Heerenveen, panorama 1956
Aan de ‘Watertoren’ (1914-1980) hebben we deze vogelvluchtfoto of panorama-foto te danken. Jaco (of Jacco) Bleeker heeft in 1956 zijn relaties kunnen overtuigen van de noodzaak de toren te mogen beklimmen. Die exercitie blijkt verre van eenvoudig, gezien de vormgeving van de toren met slechts naar vier zijden een minuscule uitbouw. De ruimte geeft slechts beperkte mogelijkheden voor een ideale camerapositie. Stelt u zich eens voor dat u hoogtevrees heeft en claustrofobisch op enge ruimte reageert en dat allemaal op circa 30 meter boven de begane grond.
Het uitgekraagde bordes met borstwering aan de noordzijde is het meest geschikt om dit noordwestelijke deel van Heerenveen in de lens te vangen. Het dichtst bij de camera zien we rechts het spitse torentje van het postkantoor (1914-1974) en links de daken van de bebouwing van het Haringspad 2 (kapper Bijker) en 4 (opticien de Boer) en Dracht 1 (hotelhouder B.L. Vernimmen). Dan de Lindegrachtzijde met - mogen we zeggen prominent - de winkel van P. Palma, die overigens zijn huisnummer aan de Vleesmarkt 2 heeft. Palma’s startproducten worden beschreven in het adresboek van 1934: fruit, comestibles, chocolaterie en visch. Rond 1956 wordt hij opgevolgd door goud-en zilversmid -uurwerkmaker Th. Draaisma, die eerder verderop aan de Lindegracht zijn zaak heeft gehad. Onder hetzelfde dak het kappersbedrijf van J.W. van Aken (Lindegracht no. 1). De bomenrij aan de Lindegracht ontnemen ons het zicht op de gevels, maar we weten dat in 1954 op no. 3 de Noord Friesche Middenstandsbank nog kantoor houdt terwijl de bovenwoning nr. 5 op dat ogenblik niet wordt bewoond. Het damesmodecentrum van de N.V. Van der Kam zit er inmiddels ook al weer een halve eeuw. Wanneer we gaan spreken over Lindegracht 7 dan zijn begrippen als ‘mensenheugenis’ en ‘decennialang’ niet meer toereikend om de duur van het eigendomsrecht door de familie Overdiep te schetsen. In 1809 is het Jelte Sijbes, die in 1811 de naam Overdiep vastlegt als familienaam en zijn koopmanschap bevestigt met een ‘huizinge op ‘t best van ‘t Heerenveen’. Schuin achter dat pand ziet u op de foto het blokvormige vier verdiepingen hoge pakhuis staan, welke - weliswaar in eenvoudiger vorm - is gesticht door Gerben Jetzes Brouwer, maar rond 1853 al wordt aangekocht door ene Gerrit Overdiep. Diens zoon bouwt ‘bij’ en diens kleinzoon ‘herbouwt’ rond 1900. Tegenwoordig is er gevestigd “Toko Sharma. Oriental food and nonfood articles” met het adres Oude Kerkstraat 10 en 12. Juist achter het postkantoortorentje is nog een groot deel waar te nemen van Lindegracht 9, waar ten tijde van de foto-opname Willem Klazes en Klaas Johannes van der Glas hun muziekinstrumentenhandel exploiteren. Thans is het één van de vestigingen van Kamsma Schoenen.
Aan de noordkant van de Oude Kerkstraat - half verscholen achter het hoge pakhuis van Overdiep - is nog prima te zien het bezit van de familie Joost de Vries. Het wordt door twee gezinnen bewoond; op nr. 15 zijn dat de wed. E. de Vries-Holtrop en het echtpaar Tjitze de Vries. Op nr. 17 huist oud-pianolerares Jacomina Joustra, die er op 13 mei 1955 is gekomen en er uiteindelijk veertien jaar blijft wonen. Juffrouw ‘Koosje’ is zelfs op oudere leeftijd nog een slank, hip dametje, die haar eveneens ongehuwde zuster Anna (bekend geworden als schilderes) opzoekt in het armhuis Nieuw-Friesburg. Jacomina overlijdt op 31 oktober 1975 op 82 jarige leeftijd. Haar bezit heeft ze vermaakt aan de dierenbescherming. Ze is altijd gek geweest op dieren.
Recht tegenover Crackstate, dat op dit beeld prachtig zijn voorname architectuur prijsgeeft, staat op de hoek van de Krugerkade met de Oude Koemarkt het café-restaurant Paul Kruger. Na de periode Lammert Faber en generaties Lubach is eind september 1952 Arend J. Nauta als restaurateur en caféhouder het gastheerschap gaan uitoefenen. In 1970 neemt Henny Huver de honneurs waar en tegenwoordig is horecatycoon Frans Koning de exploitant. Aan de Koemarktkant is het een dwarsgevel en langs de Krugerkade ziet u de blokvormige achterbouw van de grote bovenzaal. Inmiddels is daar ook al weer bouwkundig het een en ander gebeurd.
Achter Crackstate het gebouw dat menigeen in-en na de oorlogsjaren 1940-45 koude rillingen heeft bezorgd: de gevangenis, met als associatie aan de bezetters: ‘oord van verschrikking’.
Het bouwkundige uiterlijk van deze penitentiaire inrichting oogt als een efficiënt onderkomen, vergeleken bij de inpandige ruimten binnen de muren van Crackstate bestemd voor het insluiten van strafklanten. Die situatie heeft bestaan uit 7 strafcellen, die eigenlijk altijd overbevolkt blijken. Een ziekencel ontbreekt. In een uitgaande brief van het College van Regenten van november 1884 wordt de ziekte van de destijdse cipier Abraham Reinier (1884-1886)geweten aan het gebrek aan ventilatiemogelijkheden. De plannen die worden gemaakt vinden hun afronding op 4 april 1891 als het herbouwde Huis van Bewaring zijn bewoners welkom kan heten. De Commissarissen hebben op 19 maart d.a.v. een bezichtiging gekregen van de door gasverlichting geoutilleerde inrichting. Zij blijken zeer tevreden. Wanneer Heerenveen in 1923 de Arrondissementsrechtbank door het Rijk wordt ontnomen, vervalt ook de gevangenisfunctie. De cipiers en bewaarders vertrekken of gaan naar een nieuwe functie. In de loop der jaren ontstaan alternatieve bestemmingen, o.a. verhuur van celruimten aan meubelmaker, boekbinder, sljödcursus, fanfarecorps, zweefclub, etc. Er is in 1931 zelfs een ontwerpplan gemaakt om te dienen als marechausseekazerne, toen de kazerne aan de Fok moest worden verlaten. Het plan is evenwel vervangen door volledige nieuwbouw aan de Verlengde Dracht. Na de oorlogsperiode is in 1950 het Huis van Bewaring geschikt gemaakt voor gebruik door brandweer, Brandraad, politie, reinigingsdienst, Bescherming Bevolking, Rode Kruis, padvinderij, jeugdverenigingen, Goede Tempelieren, etc. In 1976 werd de gevangenis achter Crackstate gesloopt ten behoeve van het uit te breiden ‘stadskantoor’.
Niet volledig, maar voldoende in beeld komt ook de westkant van de Vleesmarkt met een deel van de kenmerkende gevel van de bakkerij, welke in die jaren kadastraal is geregistreerd op naam van de Coöp. Verbruiksvereniging Excelsior U.A. te Leeuwarden. Als bewoner van het pand staat in de adresboek 1954: P. Kuipers, broodbakker. Ten noorden daarvan het ‘kleine’ winkeltje van S. van der Werf op Vleesmarkt 3, naast de bijna dubbel zo hoge en juist in 1955 gemoderniseerde ‘Witte Bioscoop’, welke voortaan ‘Filmtheater de Witte’ zal worden genoemd. Door nieuwe vrijetijdsbestedingen was het bezoek tot de helft teruggelopen, doch de nieuwe exploitant uit Hoorn de heer Johan van Tellingen probeert met een snack-en barbedrijf beneden en films boven met de helft van de stoelencapaciteit het tij te keren. Maar dan zijn we al in het jaar 1969. Tussen Filmtheater ‘De Witte’ en de Openbare Leeszaal 'Frieslands Zuid-Oosthoek' staat het pand van expediteur J. de Vries, die rond 1937 hier komt wonen en pas na 1960 vertrekt.
Een-en-twintigste eeuwse ontwikkelingen lijken nog slechts opties te bieden voor een horeca-getto; de grenslijn tussen Schoterland en Aengwirden kan zich zomaar manifesteren als meetinstrument voor het bepalen van de mate van dronkenschap. Tenminste als deze vrij blijft van de immer oprukkende terrasstoelen en winterserre’s.
Tussen de contouren van de Rooms Katholieke kerk en Crackstate krijgen we nog een tweetal goed in beeld komende panden aan de Crackstraat. Thans no. 21 Cafetaria ‘t Hoekske, in 1938 de banketbakkerij en automatiek van Tijs Cannegieter, en no. 23 de Slotenexpert, in 1938 het bedrijf van S. Hoeksma, installateur. Ongetwijfeld plaatste deze in de Leeuwarder Courant van 7 november 1957 de advertentie met de bakkersinventaris, w.o. een elektrische oven met platen. Hoeksma staat immers nog in het adresboek van 1960 als bewoner, terwijl Cannegieter in 1960 al was opgevolgd door P. Pleijte als exploitant van het cafetaria.
Op de hoek van de Van Maasdijkstraat en de K.R. Poststraat staat sinds 1934 de door architect C.J. Wierda ontworpen Spaar-en Voorschotbank voor Heerenveen en omstreken, die in latere jaren slechts Bondsspaarbank wordt genoemd. De bankenfusies maken dat in 2012 een schitterende, goed bereikbare kantoorlocatie als Funda-object te huur is gezet. De schuintegenoverliggende hoek van de voormalige bank wordt op deze foto nog gedomineerd door het massale blokvormige gebouw van de Schouwburg, die langzaam bezig is te verdwijnen uit het collectieve geheugen van de Heerenveners. De eerste steen, in 1934 ingemetseld door Luut Goldhoorn en in 1991 met enig nostalgisch vertoon ook weer door hem uit de afbraak gered, heeft nu in het stadskantoor een plaatsje gevonden. De laatste zin willen we wijden aan de onveranderlijke en monumentale Tjepkemamolen, die in 1956 en ook nu nog steeds kans ziet de naar het noorden gerichte blik te vangen.
Deze zwart-witte overzichtsfoto is onder nr.1573 in het formaat 18 x 24cm, maar ook onder nr. 343 in het formaat 9 x 14 terug te vinden in het foto-archief van het Museum Willem van Haren te Heerenveen.
2012, september 23 - wibbo westerdijk - hip-backup